Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Vriendschap, liefde, eendragt en vaderland. Wijs: o Zon aan 's Hemels trans, enz. Nu zijn wij weêr bij een, Om vrolijk, wel te vreên, Het vriendenfeest te vieren; Nu zijn wij weêr bij een, Sa Broeders, laat ons nu Den rooden wijn doen vloeijen; Hij is de bron der vreugd, Daar hij het hart verheugd, En doet de vriendschap groeijen; Daar hij het hart verheugd. [pagina 61] [p. 61] Komt, schenkt den frisschen wijn, In 't helder kristalijn, Dat nooit de Vriendschap sneeve! Komt schenkt den frisschen wijn, Tot eer van onze kring, Elk vat zijn glas in handen, Dat vriendschap, altoos blij, Ons heilig, dierbaar zij! U doen wij offeranden, o Vriendschap! altoos blij. - o Liefde! u word, verheugd, Ook in dit uur van vreugd, Standvaste trouw gezworen; o Liefde! u word, verheugd, Ons minnenhart verpand, Gij doet ons wellust smaaken. Elk schenk' en drink' terstond, 't Glas ledig tot den grond, Daar wij van liefde blaken; 't Glas ledig tot den grond. [pagina 62] [p. 62] Gij Eendragt, vaste band, Wil ons, met hart en hand, Onscheidbaar samen strenglen; Gij Eendragt, vaste band, Nooit moet, of twist, of haat Ons blij genoegen stooren. Elk schenk' dan andermaal, En leeg' de wijn - bokaal, Niets kan ons meer bekooren, Elk leeg' de wijn - bokaal. Dat Nederland altijd, Bij handel, kunst en vlijt, Zijn welvaartzon zie klimmen! Dat Nederland altijd, In vollen welvaart bloei! Nu nogmaal ingeschonken, En 't smaaklijk druivensop, Tot de allerlaatste drop, Hier blijde op uitgedronken; Tot de allerlaatste drop! Vorige Volgende