Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Het brave meisje. Wijs: Geen krans, geen krans van bloemen. Of: Il pleut, il pleut, Bergere! Verheugd, verheugd te vreeden Daar Keetje, werkeloos Langs markt en straat gaat treeden, Zit onze Mie altoos Met lust en vlijt te werken. Haar naarstigheid en deugd, Doet zij, doet zij ons merken; Zij schenkt haar ouders vreugd. * * * Dan maakt, dan maakt zij jakjes, Die als een paerel staan; Nu weêr, garneert zij sakjes, En toond haar kunst daar aan. All' wat zij doet is aartig, En wekt verwondering, Dus is, dus is zij waardig, De hupste jongeling. [pagina 59] [p. 59] * * * Geen deugd, geen deugd geeft vrouwen Meer achting, in 't gemeen, 't Zij voor, of na het trouwen, Dan brave naerstigheên. Ja! lieve Mie, geloofdme, Uw weergalooze vlijd, Belooft, o ja! beloofdme, Veel blijdschap t'allertijd. * * * Ga voort, ga voort! wil toonen Dat gij de zorg en min Der Ouders wild beloonen Met braafheid, o vriendin! Zij mogen op u roemen; Uw vader hoor ik, blij, Uw deugd, uw deugdrijk noemen, Denk welk een eer dat zij! - * * * Leef Mie, leef Mie leef blijde, De blijdschap voegt de jeugd, Dat gij uw dagen wijde, Aan schuldelooze vreugd! Zing vrolijk, onder 't werken: Het vergenoegen kan De vlijt, de vlijt versterken, Daar toond gij blijken van. Vorige Volgende