Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Het vlijtig mutsemaakstertje. Wijs: Triomphez, tendre Alcindor. Uit de opera La belle Arsene. Altijd vlijtig, dag aan dag, Maak ik het hoofdsieraad der vrouwen: Altijd vlijtig, dag aan dag, 't Kan me niet rouwen, Dat ik met lust, Met zwier, geest en aartig, De Mutsjes vervaardig, Met zwier, geest en aartig De vrouwtjes tooi. 't Mutsje is elks achting waardig, Is het proper, net van plooi. (de Capo) [pagina 57] [p. 57] Luiheid staat een meisje slegt, Baart steets minachting bij de lieden, Luiheid staat een meisje slegt; Die wil ik ontvlieden, 'k Werk met vermaak, Niets kan mijn vermoeijen, 'k Zie 't werk vast groeijen, Niets kan mij vermoeijen, Het geeft mij eer; Dus zie ik mijn welvaart bloeijen, Klanten win ik meer en meer. (de Capo) Klee' 'k mij proper, naar den trand, Wel, wie kan het mij doch misgunnen? Klee' 'k mij proper, naar den trand, Ja, die 't winnen kunnen, Misstaat het niet. Ik zing onder 't werken, Dit kan mij versterken, Ik zing onder 't werken, Dit schraagt mijn vlijt. Lust geeft aan onze uuren vlerken, Als men die al werkend slijt. (de Capo) Vorige Volgende