Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Kransje van letter-bloempjes. Bij het schenken van een derde kransje van letterbloempjes aan Dafne. Wijs: Wat is ons al vreugd gegeven. Dafne, die door uwe toonen, Zugtjes uit het hart kunt troonen; Maar ook blijde lachjes schept, Wen ge uw malsche lipjes rept. Blonde Dafne, Harteboeister, Liefde-kweekster, Borst-ontgloeister! Zie hier weêr een Bloemfestoen, Aangekweekt in 't blij saizoen; [pagina 2] [p. 2] Maar die 'k in de winterdagen, U gulhartig op mag dragen. Schoon de herfst den hof ontooit, Deze bloempjes schaad zij nooit. Dafne, 't zijn weer Letterbloemen. Laat mij op die gunst slechts roemen, Dat gij 't Kransje, hoe gering 't Ook mag zijn, in gunst ontving. 'k Eisch geen loon, dan slechts de goedheid, Datge uw lieve stem, wier zoetheid Voor mijn oor een hemel baart, Aan deez' blijde zangen paart. Wilt gij nog, uit vergenoegen, Bij uw' zang één kusje voegen? Slechts één kusje kan volstaan, Daar mede is de schuld voldaan. Kan ik u wel minder vragen? Doch, kan u mijn eisch mishagen, Zing dan slegts, ik neem geduld, Tot gij zelf mij kusschen zult. [pagina 3] [p. 3] Dafne, maar wat ijdel vreezen! Dafne zou ondankbaar wezen! Mij geen enkel kusje biên! 'k Vraag 'er één, en krijg 'er tien. Vorige Volgende