De harpe, oft des herten snarenspel
(1599)–Karel van Mander– AuteursrechtvrijInhoudende veel stichtlijcke liedekens: nu andermael door K. van der Mander ouersien, verbetert, ende vermeerdert
Nae de wijse: Een eeuwighe vreucht die niet en vergaet.[D]Aer sullen doet ons Christus vermaen,Ga naar margenoot+
Al in de laetste tijden,Ga naar margenoot+
[S]eer veel valsche Propheten opstaenGa naar margenoot+
[D]ie teghen de waerheyt strijden,
[E]n sullen segghen voorwaer,Ga naar margenoot+
[C]hristus is hier en daer,Ga naar margenoot+
[N]ochtans in den Hemel gheseten:
[D]us wacht u wel van haer,Ga naar margenoot+
End' volght de waerheyt naer:Ga naar margenoot+
End' wacht u wel voor valsche Propheten.Ga naar margenoot+
V wel voor valsche Propheten wacht,Ga naar margenoot+
Haer stemme en wilt niet hooren,Ga naar margenoot+
Op dat ghy niet en valt in de grachtGa naar margenoot+
Daer ghy in mocht versmooren:Ga naar margenoot+
| |
[pagina 348]
| |
Maer volght Christus alleen
Ga naar margenoot+Den Herder end' anders gheen,
Ga naar margenoot+Soo en werdt ghy nemmermeer ghebeten
Van de Woluen onreen,
Ga naar margenoot+Dus blijft op den vasten steen:
Ga naar margenoot+End' wacht u wel voor valsche Propheten
Ga naar margenoot+Siet hoe den man Gods quam int verdriet
Door't lieffelijcke praten,
End' dede dan den Prophete riet:
Gods woordt heeft hy verlaten,
End' den Prophete gheeert,
Want hy is weder ghekeert,
Met hem ghedroncken end' ghe'ten,
Maer hy hadt seer wel ontbeert,
Ga naar margenoot+Dan hier deur zijt gheleert:
Ga naar margenoot+End' wacht u wel voor valsche Propheten.
Die valsche Propheten nae mijn gevoel,
Ga naar margenoot+Die werden noch met schanden
Ga naar margenoot+Gheworpen in den vyerighen poel
Ga naar margenoot+Die daer eeuwich sal branden,
Ga naar margenoot+End' die haer leeringhe blent
Ga naar margenoot+Voor goet en recht bekent,
Die werden oock met haer versmeten:
Ga naar margenoot+Dus blijft vroom tot den endt
By de waerheyt excellent,
Ga naar margenoot+End' wacht u wel voor valsche Propheten.
Waer dat ghy gaet Zuyt Oost oft Noort
Ga naar margenoot+Wandelt doch als den vromen,
Ga naar margenoot+End' houdt u vast aen des Heeren woort,
Tot dat ghy wech zijt ghenomen:
| |
[pagina 349]
| |
[M]et Iosua hebt moet,Ga naar margenoot+
[Hie]r u pelgrimagie doet,Ga naar margenoot+
[Eer] dat u schoen worden versletenGa naar margenoot+
[Die] ghy hebt aen uwen voet,Ga naar margenoot+
[En]d' volght uwen Leydtsman goet,Ga naar margenoot+
[En]d' wacht u wel voor valsche Propheten.Ga naar margenoot+
[D]at selue dat Eua verriedtGa naar margenoot+
[Is] noch op Aerden stranghe,
[T']welck Gods woordt qualijck bediedt,Ga naar margenoot+
[M]aer niet meer deur de Slanghe,Ga naar margenoot+
[M]aer deur sijn Dienaers al,
[D]ie daer een groot ghetalGa naar margenoot+
[Zi]jn in de Weerelt, soo wy weten:Ga naar margenoot+
[M]aer merckt op haren val
[D]ie ouer haer comen sal,Ga naar margenoot+
[E]nd' wacht u wel voor valsche Propheten.Ga naar margenoot+
Sy belouen u vrijheyt fijn,Ga naar margenoot+
[H]oe wel sy selue knechten
[D]er verderffenisse zijn:
[D]us siet wel toe ten rechten,Ga naar margenoot+
[E]nd' wilt alsulcke mien
[D]ie't trouwen end' spijs verbien,Ga naar margenoot+
[E]nd' spreken leughenen vermetenGa naar margenoot+
[D]eur gheveynstheyt t'allen tien,Ga naar margenoot+
[A]ls een slanghe wiltse vlien,Ga naar margenoot+
[E]nd' wacht u wel voor valsche Propheten.Ga naar margenoot+
Wy vinden in EzechielGa naar margenoot+
[S]eer veel vreemde propoosten.Ga naar margenoot+
[H]oe dat de kinders van Israel
[H]aer dickwils lieten troosten,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 350]
| |
Ga naar margenoot+En haer vrede toegheseyt,
Ga naar margenoot+Maer den steen der salicheyt
Die hadden sy eylaes vergheten,
Ga naar margenoot+Alsoo waren sy verleyt,
Ga naar margenoot+Maer maeckt hier in onderscheyt,
Ga naar margenoot+End' wacht u wel voor valsche Propheten
Ga naar margenoot+Prince wilt doch met een vast opset
Ga naar margenoot+Den Heere van herten vreesen,
Ga naar margenoot+Laet ons malcander int ghebedt
Altijdt ghedachtich wesen,
Ga naar margenoot+Al moeten wy nu scheen,
Ga naar margenoot+Blijft by de waerheyt reen,
Ga naar margenoot+Want die haer wel hebben ghequeten,
Ga naar margenoot+Werden los van gheween,
Ga naar margenoot+Godt die wil u gheleen,
End' wacht u wel voor valsche Propheten
Schickt u nae den tijdt. Rom.12 |
|