De harpe, oft des herten snarenspel
(1599)–Karel van Mander– AuteursrechtvrijInhoudende veel stichtlijcke liedekens: nu andermael door K. van der Mander ouersien, verbetert, ende vermeerdert
nae de wijse: O Cupido hoe heb ick soo gheleeft? etc.
Ga naar margenoot+O Bruydegom mijn Vorst, mijn Capitey[n]
Ga naar margenoot+Waer ick my keere, hier in s'Weerelt[s] pleyn,
Ga naar margenoot+Trouwe noch troost, en vind' ic int gemey[n]
Ga naar margenoot+Dan in uwen heylighen Naem alleyn,
| |
[pagina 85]
| |
[V] reyn, troostbaer // woordt claer,Ga naar margenoot+
[D]at sticht, verlicht en doetGa naar margenoot+
[V]erblijden mijn ghemoet.Ga naar margenoot+
Te recht, o Heer, hebt ghy my wel geseyt,Ga naar margenoot+
[S]iet toe, op dat u niemandt en verleyt,Ga naar margenoot+
[W]ant de slange met haer dienaers planteytGa naar margenoot+
[G]hebruyckt nu alsoo groote listicheyt,Ga naar margenoot+
[M]aer scheydt, noch vliet, doch niet
[V]an my, o ghy, of ickGa naar margenoot+
[M]oet vallen in haer strick.Ga naar margenoot+
Ghy toondet my eenen wegh met der hant,
[O]m wandelen nae het beloefde Lant,Ga naar margenoot+
[D]ie wordt veracht, door menschelijc verstantGa naar margenoot+
[E]enen bezijden desen aen den cant,
[P]laysant, oprecht, men seght,Ga naar margenoot+
[H]em fijn, te zijn, en dat
[H]y oock loopt, nae u stadt.Ga naar margenoot+
Met sulcke stormwinden schalck verdraeytGa naar margenoot+
[V]an alle zijden word' ick nu bewaeyt,Ga naar margenoot+
[O] Heer, in vreden houdt my welghepaeyt,
[E]n u vrucht der gherechticheyt my zaeyt,Ga naar margenoot+
[V]erfraeyt, mij saen, om staen,Ga naar margenoot+
[S]tandtvast, wat last, oft cruys,Ga naar margenoot+
[D]aer comt teghen u huys.
Prince t'bedroeuen valt menighertier,Ga naar margenoot+
[M]aer ghy castijdt, al die ghy lief hebt hier,Ga naar margenoot+
[W]ant t'moet doch al gesouten zijn met vyerGa naar margenoot+
[M]aer verlost my van al dit aerdtsch dangierGa naar margenoot+
[D]at schier, ick mach, den dachGa naar margenoot+
[O]ntvlien, en sien altijtGa naar margenoot+
| |
[pagina 86]
| |
Ga naar margenoot+V aenschijn, met jolijt.
Een is noodich. |
|