De harpe, oft des herten snarenspel
(1599)–Karel van Mander– AuteursrechtvrijInhoudende veel stichtlijcke liedekens: nu andermael door K. van der Mander ouersien, verbetert, ende vermeerdert
Op de wijse: Sal ick om een Vrouwe, langh' in rouwe zijn? etc.
AL die in s'doodts schadu logieren,Ga naar margenoot+
In aller manieren merckt u onverstant,Ga naar margenoot+
V, als onvernuftighe dierenGa naar margenoot+
Te laten schoffieren, door der wijuen hant,Ga naar margenoot+
Want, die vreemde vrouwe, vol ontrouwe // grootGa naar margenoot+
Brenght u ter doot,Ga naar margenoot+
Al ghevoeldijs nouwe // en zijt van rouwe // blootGa naar margenoot+
In sulcken noot.Ga naar margenoot+
Bemint ghy t'leuen bouen't steruen,Ga naar margenoot+
En wilt ghy beeruen, voor droefheyt jolijt,Ga naar margenoot+
Wt Babel scheydt, sy moet in scheruenGa naar margenoot+
Morselen, bederuen, binnen corten tijt,Ga naar margenoot+
Zijt ghy om de wonden // uwer zonden // felGa naar margenoot+
In groot ghequel,Ga naar margenoot+
Om te zijn verbonden // weest bevonden // snelGa naar margenoot+
En niet rebel.Ga naar margenoot+
Zijt ghy dorstich, comt ter Fonteyne,Ga naar margenoot+
Tot de stede reyne, die men Zion noemt,Ga naar margenoot+
Daer wijn en melck is, elck ghemeyne,Ga naar margenoot+
[H]oe arm ende cleyne, u doch niet en schroemtGa naar margenoot+
Komt, en ghy sult wesen // al genesen // vlietGa naar margenoot+
Wt dat verdriet,
| |
[pagina 34]
| |
Ga naar margenoot+Christus een gepresen // Meester desen // siet
Ga naar margenoot+Heelt al om niet.
Ga naar margenoot+Die vreucht beminnen, schiet hier u gangen,
Ga naar margenoot+Neerstich met verstrangen, in de liefd' eerbaer
Ga naar margenoot+Ghy werter blijd' en minnelijck ontfangen,
Ga naar margenoot+Want met groot verlangen staet den bruydegom daer
Ga naar margenoot+Maer sou met u groeten, eerst so moeten, dijn
Ga naar margenoot+Lidtmaten fijn,
Ga naar margenoot+Hooft, handen en voeten, in den soeten, wijn
Ga naar margenoot+Ghereynicht zijn.
Ga naar margenoot+Comt ghy beladen, benaut van gheeste,
Ga naar margenoot+Tot de Bruyloft feeste, van het Lammeken vry
En smaect de blijschap ten rechten keeste
Ga naar margenoot+Daer al s'werelts meeste, vreucht is droefheyt by
Ga naar margenoot+ghy en hebt u leuen, noyt beseuen vreucht
Ga naar margenoot+Die soo verheucht,
Ga naar margenoot+T'Lammeken verheuen, sal u geuen, jeucht,
Ga naar margenoot+En cracht ter deucht.
Hier en is spel van trommels noch velen,
Ydel sanck met kelen, noch lachens ghetier,
Ga naar margenoot+Maer vrolijcke zielen die sonder quelen,
Ga naar margenoot+Danssen, singhen, spelen, in blijde cier,
Ga naar margenoot+Hier is vreucht inwendich, die onendich, deurt
Troost men hier speurt,
O ghy Menschen blendich, die ellendich treurt,
Hier toe labeurt.
Ga naar margenoot+O Princelijck Bruylofs ghesinne,
Ga naar margenoot+Gheestelijck vol minne, vredelijck beclijft,
Ga naar margenoot+Dat u den Satan niet en ouerwinne,
Ga naar margenoot+Die van aenbeginne, sijn listen bedrijft,
| |
[pagina 35]
| |
Blijft sonder verflouwen // wel behouwen, reenGa naar margenoot+
Op den hoecksteen,
Anders in u bouwen // wilt betrouwen, geen.Ga naar margenoot+
Noodich is een.
|
|