De harpe, oft des herten snarenspel
(1599)–Karel van Mander– AuteursrechtvrijInhoudende veel stichtlijcke liedekens: nu andermael door K. van der Mander ouersien, verbetert, ende vermeerdert
Nae de wijse: Susanne un jour.
VRienden loyaelGa naar margenoot+
Die hier zijt t'eener sommen,
V principael
Zy een minnelijck groet:
Oock t'eenemael Heet ick u wel ghecommen,
Wt liberael
Hert, end' jonste goet,Ga naar margenoot+
Och t'is soo soet, broederlijck zijn vergaertGa naar margenoot+
Als balsem vloetGa naar margenoot+
Van't hooft Aarons verheuen
Tot in den baertGa naar margenoot+
Afvloeyende ghedreuen,Ga naar margenoot+
Die nederwaert, tot in sijn cleedt afvaert,Ga naar margenoot+
Christus vermaertGa naar margenoot+
Gheeft sijn leden het leuen,Ga naar margenoot+
End' onghespaertGa naar margenoot+
Sijn Gheest, natuer' end' aert.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 26]
| |
Ga naar margenoot+Den aert Christi,
Ga naar margenoot+Nae sijns Vaders behaghen,
Ga naar margenoot+Die moeten wy
Ga naar margenoot+Deelachtich zijn ghesint,
Ga naar margenoot+Ghelijck al hy,
Iae elck die hier wil draghen
Ga naar margenoot+Den name vry
Ga naar margenoot+Te wesen een Gods kint:
Ga naar margenoot+Wie my bemint, sal houden al mijn woort,
Ga naar margenoot+Dies hy ghewint
Mijns Vaders liefde crachtich,
Ga naar margenoot+Wy sullen voort
Ga naar margenoot+Comen, en zijn woonachtich
Ga naar margenoot+By hem accoort, spreect de Heer ongestoort,
Ga naar margenoot+Och soet confoort
Ga naar margenoot+Sulck versamen warachtich,
Ga naar margenoot+Waer toe behoort
Ga naar margenoot+Voor al, de wedergheboort.
Ga naar margenoot+Gheboren eerst
Ga naar margenoot+Soo moet men zijn van bouen
Nieu uyt den Gheest
Ga naar margenoot+End' uyt dat eeuwich zaet,
Ga naar margenoot+Den rechten keest
Ga naar margenoot+Der Schriftueren gheloouen,
Ga naar margenoot+Voor Godt bevreest
Wandelen vroech en laet,
Ga naar margenoot+Al in de daet, der liefden goedertier,
Mijdende t'quaet,
Ga naar margenoot+Soo sullen wy versamen
Ga naar margenoot+Sonder dangier:
| |
[pagina 27]
| |
Niet in ons eyghen namen,Ga naar margenoot+
Maer met Godt hier, en eeuwich met hem schier,Ga naar margenoot+
Godt is een vier,
Een licht van grooter samen,
Hert' ende nier
Doorsiet desen Princier.Ga naar margenoot+
Princier is Godt,Ga naar margenoot+
Wijs ende goet alleene,Ga naar margenoot+
Voor hem zijn sotGa naar margenoot+
S'Weerelts gheleerde mal,Ga naar margenoot+
T'Godtloos boos rotGa naar margenoot+
En heeft ghemeynschap gheeneGa naar margenoot+
Met hem: maer totGa naar margenoot+
Sulcke hy spreken sal:Ga naar margenoot+
Gaet van my al, ghy quaetdoenders subijtGa naar margenoot+
Maer sijn ghetalGa naar margenoot+
Sal hy croonen in vredeGa naar margenoot+
Nae desen strijdtGa naar margenoot+
In de Hemelsche stede,Ga naar margenoot+
Ghebenedijt, werden sy met jolijt,
Nu vrienden zijtGa naar margenoot+
Al willecom hier mede,Ga naar margenoot+
Soeckt s'gheest profijt,Ga naar margenoot+
Want, Een is noodich, altijt.Ga naar margenoot+
|
|