De gulden harpe, inhoudende al de liedekens, die voor desen by K.V.M. gemaeckt, ende in verscheyden Boecxkens uyt-ghegaen zijn
(1627)–Karel van Mander– Auteursrechtvrijnae de wijse: Susann' un jour.Vrienden loyael,Ga naar margenoot+
Die hier zyt t'eener sommen,
V principael
Zy een minnelijck groet:
Oock t'eenemael
Heet ick u wel ghekommen,
Wt liberael
| |
[pagina 580]
| |
Ga naar margenoot+Hert' ende jonste goet,
Ga naar margenoot+Och t'is so soet, broederlijck zijn vergaert,
Ga naar margenoot+Als balsem vloet,
Ga naar margenoot+Van 'thooft Aarons verheven,
Ga naar margenoot+Tot in den baert,
Ga naar margenoot+Afvloeyende ghedreven,
Ga naar margenoot+Die nederwaert // tot in zijn kleedt afvaert
Ga naar margenoot+Christus vermaert
Ga naar margenoot+Gheeft zijn leden het leven,
Ga naar margenoot+End' onghespaert
Ga naar margenoot+Sijn gheest natuer', en aert.
Ga naar margenoot+Den aerdt Christi,
Ga naar margenoot+Nae zijn Vaders behaghen,
Ga naar margenoot+Die moeten wy
Ga naar margenoot+Deelachtigh zijn ghesint,
Ghelijck als hy,
Iae elck die hier wil draghen
Ga naar margenoot+Den name vry,
Ga naar margenoot+Te wesen een Gods kindt,
Ga naar margenoot+Wie my bemint, sal houden al mijn woort,
Ga naar margenoot+Dies hy ghewint
Mijns Vaders liefde krachtigh,
Ga naar margenoot+Wy sullen voort
Ga naar margenoot+Komen en zijn woonachtigh
Ga naar margenoot+By hem accoort // spreect de Heer ongestoort
Ga naar margenoot+Och soet confoort,
Ga naar margenoot+Sulck versamen waerachtigh,
Ga naar margenoot+Waer toe behoort
Ga naar margenoot+Voor al die wedergheboort.
Ga naar margenoot+Gheboren eest
Ga naar margenoot+Soo moetmen zijn van boven,
Nieu uyt den Gheest,
Ga naar margenoot+End' uyt dat eeuwigh zaet,
Ga naar margenoot+Den rechten keest
Ga naar margenoot+Der Schriftueren ghelooven,
Ga naar margenoot+Voor Godt bevreest
Wandelen vroegh en laet,
Ga naar margenoot+Al in die daedt, der liefden goedertier,
Mijdende 'tquaet,
| |
[pagina 581]
| |
Soo sullen wy versamenGa naar margenoot+
Sonder dangier,Ga naar margenoot+
Niet in ons eyghen namen,Ga naar margenoot+
Maer met God hier, end eewigh met hem schierGa naar margenoot+
Godt is een vier,
Een licht van grooter famen,
Hert' ende niet
Doorsiet desen Princier.Ga naar margenoot+
Princier, is Godt,Ga naar margenoot+
Wijs ende goet alleene, Ga naar margenoot+
Voor hem zijn sotGa naar margenoot+
'sWerelts gheleerde mal,Ga naar margenoot+
'tGodloos boos rotGa naar margenoot+
En heeft ghemeynschap gheeneGa naar margenoot+
Met hem, maer totGa naar margenoot+
Sulcke hy spreken sal:Ga naar margenoot+
Gaet van my al, ghy quaetdoenders subijt,Ga naar margenoot+
Maer zijn ghetalGa naar margenoot+
Sal hy kroonen in vrede,Ga naar margenoot+
Na desen strijdtGa naar margenoot+
In de Hemelsche stedeGa naar margenoot+
Ghebenedijt // werden sy met jolijt,
Nu vrienden zijt,Ga naar margenoot+
Al willecom hiermede,Ga naar margenoot+
Soeckt 'sgheests profijt,Ga naar margenoot+
Want Een is noodigh altijt.Ga naar margenoot+
Een is noodigh. |
|