De gulden harpe, inhoudende al de liedekens, die voor desen by K.V.M. gemaeckt, ende in verscheyden Boecxkens uyt-ghegaen zijn
(1627)–Karel van Mander– AuteursrechtvrijBedruckte herteken, etc.
Ga naar margenoot+DEn tijdt van gratien, Is in saysoene
Ga naar margenoot+Om goet te doene, O Broeders ghy
In recreatien, weest niet te coene,
Avont noch noene, Wanneer dat zy.
| |
[pagina 87]
| |
Maer houdt u matelijck, In alle dingen,Ga naar margenoot+
Is oock ons singhen, om s'vleeschs jolijt,
Ydel onbatelijck, Sal ons ontspringhen,Ga naar margenoot+
Den sonderlinghen, dierbaren tijt.Ga naar margenoot+
Gods lieberalicheyt, Die wy betrapen,Ga naar margenoot+
Laet niet verslapen, tis nu na wensch,Ga naar margenoot+
Den dach der salicheyt, Doet aen voor wapenGa naar margenoot+
Nae Godt geschapen, den nieuwen mensch.Ga naar margenoot+
Mijdt svlees begeeringe, suypen en brassenGa naar margenoot+
En wilt niet tassen, op't herte zwaerGa naar margenoot+
Sorghe der neeringhe, Maer liever passen,Ga naar margenoot+
In als te wassen, aen't hooft eerbaer.Ga naar margenoot+
T'herte te sterckene, Gheest'lijcker wijse,Ga naar margenoot+
Broeders ick prijse, met Paulum, jaeGa naar margenoot+
Alhier te werckene, Eeuwighe spijse,Ga naar margenoot+
Dat men verrijse, in Gods ghenae.Ga naar margenoot+
Gods Rijck vol weerdicheyt,Ga naar margenoot+
'sLams Bruyloft feeste,
En is ten keeste, spijse noch dranck,
Maer tis rechtveerdicheyt,
En vreed, die meeste
Vreucht in den gheeste, nae s'Heeren danck.
Dus laet ons blijdelijck,Ga naar margenoot+
Hier vreucht aenkleven,Ga naar margenoot+
Met vrees en beven als David seyt:Ga naar margenoot+
Dat wy niet ydelijc, Vant vleesch gedreven
Ons en begheven, in dertelheyt.
T'vlees appetijtelijc, Lust na sijn vruchtenGa naar margenoot+
Lachten om kluchten, en ydel cout,Ga naar margenoot+
Maer neer profijtelijck, Is treuren suchtenGa naar margenoot+
Dus laet ons duchten, en niet zijn stout.Ga naar margenoot+
Want t'leven doodich is, Na Ioannis leereGa naar margenoot+
Wie ter oneere, wellust bedrijft,Ga naar margenoot+
Tot een dat noodigh is
Elck neerstigh keere,
Broeders den Heere, bevolen blijft.
Een is noodigh. |
|