Dat hooghe liedt Salomo, met noch andere gheestelycke liedekens
(1595)–Karel van Mander– Auteursrechtvrij
[pagina 79]
| |
JOannes sprack met woorden soet, Ga naar margenoot+
So in Mattheo drie staet gheschreven: Ga naar margenoot+
Gaet doet oprechte vruchten der boet, Ga naar margenoot+
Die tot sijn Doopsel quamen ghedreven: Ga naar margenoot+
Jae Christus selve dat hooft verheven, Ga naar margenoot+
Sprack hier beneven, Verstaet wel my, Ga naar margenoot+
Doet boet en beteringh' in u leven,Ga naar margenoot+
Want t'Rijcke Gods is seer nae by.Ga naar margenoot+
En vertreckt niet te woorden vroom, Ga naar margenoot+
Stellet niet uyt van Jare te Jaren,
Maer siet hoe Christus den Vijgheboom,
Die schoone stondt verciert met blaren,
E[..] datter gheen vruchten op en waren,
Nae Schrifts verclaren, heeft hem vervloeckt,
Siet toe, end' wacht u voor sulck beswaren, Ga naar margenoot+
Dat hy ter ontijdt u niet besoeckt.
Den bijl is aen den boom ghestelt, Ga naar margenoot+
Gaet ons Joannes oock ghewaghen, Ga naar margenoot+
End' wort ter schanden neder ghevelt,
Die in goet doen altijts vertraghen, Ga naar margenoot+
Sy sullen't noch jammerlijck beclaghen,Ga naar margenoot+
T'eeuwighen daghen, in swaer dangier,
Boomen, die gheen goe vruchten en dragen, Ga naar margenoot+
Die zijn ghecondemneert in't vyer.Ga naar margenoot+
Daer den boom valt, t'zy Zuydt oft Noordt, Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+
Waer hy valt daer sal hy ligghen moeten, Ga naar margenoot+
End' als hy light, nae des Heeren woort, Ga naar margenoot+
| |
[pagina 80]
| |
Ga naar margenoot+ En is daer gheenen tijdt meer der boeten,
Doet eenen rechten loop met uwen voeten,
Ga naar margenoot+ Tsal u versoeten, voor Godt hier nae,
Ga naar margenoot+ En laet de weerelt in haer zonden vroeten,
Ga naar margenoot+ En treckt met Loth uyt Sodoma.
Ga naar margenoot+ Wilt ghy met Josua en Caleb fijn
Ga naar margenoot+ Verlaten al Pharaos tresooren,
Soo moet ghy staen in de woestijn,
Teghen u vyanden achter end vooren,
V eyghen vleeschs lust moet ghy versmooren,
Gods stemme hooren, seer vailliant,
End' als een kindt van nieus herboren,
Om comen in't beloefde landt.
Ga naar margenoot+ Wilt ghy den engen wegh treden schoon
Ga naar margenoot+ Om in die nieuwe stadt te gheraken,
Ga naar margenoot+ Ghy moet u aertsche leden doon,
Ga naar margenoot+ Wilt ghy u woninghe daer in maken,
Ga naar margenoot+ De vrucht des Gheests moet ghy oock smaken,
Ga naar margenoot+ In goede saken ghewillich zijn,
Ga naar margenoot+ V eyghen leven moet ghy versaken
Ga naar margenoot+ Voor Godt en baet gheen heylich schijn.
Ga naar margenoot+ En bedrieght doch u selven niet,
Ga naar margenoot+ Wilt alle heylighe schijnen mijden,
Neemt exempel aen Sichem, siet,
Die hem om Dina liet besnijden,
Maer tsmertte hem in corten tijden,
Hy quam in lijden, en doots temperst,
| |
[pagina 81]
| |
De Heere sal u wel bevrijden: Ga naar margenoot+
Indien ghy hem van herten vreest.
Meenet van herten, end' met der daet,
Of ghy soudt u selven onteeren//
Want wat hevet dien vriendt ghebaet,
Die daer in quam sonder bruylofts cleeren:,Ga naar margenoot+
Hiet meuchdy goet exempel leeren,
In swaer verseeren, is hy ghedaelt,
Die onboetveerdich int huys des HeerenGa naar margenoot+
Comen, die worden alsoo betaelt.Ga naar margenoot+
Maer af te laten van zonden quaet, Ga naar margenoot+
Dat is voor Godt schoon offerande,
Doet neersticheyt nae Paulus raet,
Recht op u knyen end' u traghe handen, Ga naar margenoot+
Dat ghy met t'oncruyt, tot uwer schanden Ga naar margenoot+
Niet en moet branden, dus wilt toesien,
Een eeuwich weenen, knerssen der tanden, Ga naar margenoot+
Dat sal den quaden hier naer gheschien. Ga naar margenoot+
Prince, u niet als de weerelt stelt, Ga naar margenoot+
Verandert u door nieuwe sinnen, Ga naar margenoot+
Al wort ghy hier int vleesch ghequelt
Met eenen strijdt gheduerich van binnen, Ga naar margenoot+
Om wel voleynden des loops beginnen, Ga naar margenoot+
Moet men uyt minnen, Christum na gaen, Ga naar margenoot+
Die weerelt, vleesch, Duyvel verwinnen, Ga naar margenoot+
Sullen die eeuwighe croon ontfaen. Ga naar margenoot+
|
|