u zo afscheid van mij nemen?’ ‘Dat moet gebeuren,’ zei hij, ‘het is onzeker of ik terug zal keren.’ Dit verdroot de koning zeer. [35224]
Merlijn reed diepbedroefd en huilend naar Blasius toe, die hem hartelijk ontving. Vervolgens vertelde hij Blasius zo volledig mogelijk wat er gebeurd was met koning Artur en de baronnen. Via Blasius weten wij dat allemaal. Toen hij daar acht dagen was geweest, nam hij weer afscheid van Blasius. Hij zei tegen hem dat hij hem nooit meer zou zien, omdat hij voortaan bij zijn geliefde zou blijven en nooit meer van haar zou kunnen scheiden of in staat zou zijn zich van haar af te wenden. Blasius huilde hevig en zei: ‘Als het er zo voorstaat, smeek ik u daar niet heen te gaan, maar bij de koning te blijven.’ ‘Dat kan niet,’ zei Merlijn. ‘De liefde die ik in mijn hart draag, zal het mij onmogelijk maken haar te verlaten.’ [35247]
Daarna vertrok hij van Blasius en kwam hij bij zijn geliefde, die hem hartelijk verwelkomde. Hij bleef lang bij haar. Steeds vroeg zij hem naar zijn toverkunst en zijn magie. Hij leerde haar zoveel daarvan, dat men hem later voor een dwaas hield, net zoals iedere man die zoiets doet, zo helpe mij God! Zij schreef het allemaal op en toen hij haar alles had onderwezen wat zij hem vroeg, probeerde zij te bedenken hoe zij hem voor altijd in haar macht kon krijgen. Zij drong zeer bij hem aan: ‘Er ontbreekt mij nog maar één ding, dat ik graag van u zou willen leren, allerliefste. U moet mij uitleggen hoe ik een man zou kunnen opsluiten zonder toren of muren, zonder ijzerwerk of enigerlei houtwerk, zodat hij die gevangenis nooit zou kunnen verlaten zonder mijn hulp.’ Merlijn boog zijn hoofd en zuchtte diep. Zij vroeg: ‘Waarom zucht u, heer?’ ‘Ach, jonkvrouw, ik zal het u vertellen: u wilt mij opsluiten en ik ben zo verliefd op u dat ik alles moet doen wat u wilt.’ [35279]
Zij nam hem liefdevol in haar armen: ‘Zeker, u bent terecht verliefd op mij, want ik ben geheel de uwe en heb mijn moeder en vader verlaten om helemaal bij u te kunnen zijn. Dag en