[Prozavertaling]
Deze vrouwen zijn de christenen welgezind, want zij hebben met ons tegen de Saracenen gevochten: zo gaven zij blijk van hun geloofsovertuiging.
Weer een andere mensensoort woont aan de overzijde van de rivier de Ganges, die de boeken Brahmanen noemen en die er eveneens een vreemde levenswijze op nahouden. Want het is heel wonderlijk: nog voordat Gods Zoon mens werd, schreven zij reeds aan Alexander de Grote, op diens verzoek, in wijze bewoordingen over de Vader en de Zoon, en over hun beider evenwaardigheid. Hun woorden lijken dus duidelijk te getuigen van het christelijk geloof.