Woord vooraf
In 1270 voltooide Jacob van Maerlant zijn Der naturen bloeme. Hij droeg het werk op aan Nicolaas van Cats, heer van Noord-Beveland, en sprak in zijn proloog de hoop uit dat zijn opdrachtgever veel plezier zou beleven aan ‘dit juweelkijn van mi’. De ondertitel van deze bloemlezing verwijst naar deze woorden.
Na een algemene inleiding worden uit de negen grote werken van Jacob van Maerlant representatieve fragmenten gepresenteerd. Bovendien zijn van Maerlants strofische gedichten de Wapene Martijn en Van den lande van oversee in hun geheel opgenomen. Als hulp voor de lezer is Maerlants tekst voorzien van een complete vertaling in hedendaags Nederlands. Ieder fragment wordt voorafgegaan door een inleiding met informatie over het desbetreffende werk en met toelichtingen op het fragment. Achterin de bundel vindt de lezer enkele aanwijzingen voor het lezen van Middelnederlands en suggesties voor verdere literatuur.