Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alexanders geesten (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alexanders geesten
Afbeelding van Alexanders geestenToon afbeelding van titelpagina van Alexanders geesten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.10 MB)

Scans (26.68 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (1.63 MB)

tekstbestand






Editeur

Johannes Franck



Genre

poëzie

Subgenre

leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alexanders geesten

(1882)–Jacob van Maerlant–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 506]
[p. 506]

Register der behandelde woorden, uitdrukkingen enz.

A.

Blz.
Abemoes 478
achtinghe 432
Accusatief adverbiaal 486
Accusatief bloote bij ww. van beweging 446
Accusatief dubbele 455
Accusatief van het onz. pron. in pl. van andere naamvallen 443
Adjectief wordt op den voorgrond geplaatst in eene afzonderlijke zinsnede 488
ael 486
Aethiopië 478
al verbuiging XCI
al als voorzetsel XCI, 446
al te hant 436
al te hant als stoplap 260
Alacrine 449
Albene 434
aleinde 502
als wordt niet uitgedrukt 455
alse absorbeert een volgend dat 502
also z. noch  
also als = op welken tijd ook 416
Amadas 481
Ampholie 481
Anachronismen 427
Andene 590
ander zonder lidw 447
anghe 448
anligghen 480
ansichte 440
Appollonius 427
Arbelose 478
Attractie van den tijdvorm 401, 404
aventure, die - spreekt 453
aventure, bi avent 453

B.

Blz.
Babilone (Caïro) 474
banghe 448
baraet 467
bat ghins 451
Batrangijs 455
battelieren 488
bedi = buitendien 483
bedi = desniettemin 483
bedouwen 465
beeste 470
begaen 460
beganckenisse 460
beghinnen 496
begrepe 476
begrip 476
behoren z. toe behoren  
behoudelike, behouden XCI
bekennen hem 124
becliven 484
Belezenheid (Maerlant's) 481
bemachten 492
besem 397
besien 486
besceden dat 484
besceet 484
besconen 427
besoeken 483
besoeten 405
bessem 397
bestenen 437
betalen 504
beten 494
beten sonder 451
bi z. aventure  
bi hoorne verstaen 169
bidden met verkorte constructie 472
bidi z. bedi  

[pagina 507]
[p. 507]

bidien = bovendien (?) 483
bîe voor bî LXVIII
Blancefloer 481
bleine 125
blijf sonder 465
bliven met verl. deelw. 402
boesemsplete 426
bochen 457
borghen = beschutten 408
boude = spoedig 398
Bracs 477
brake 426
breken 432
brief, brieven 442
bringhen met verl. deelw. 410
bronken 460
bruscaert 469
bruut 453
buischen 484
Buricolet volc van 249
buuschen 484

C.

citeit 453

D.

daer uitgelaten bij voorzetsels 411
daghen 496
dan absorbeert andere voegwoorden 404
dan met voorafgaanden positief 402
dan (= behalve) met vrijer constr 489
dantse 454
dat z. accusatief  
Datief van tijd 429
Deinze 448
dieden waard zijn, baten, helpen 458
dier 470
diere 423
dicke, dicken XCII
dicwile XCII
dinghen XVII, 413
dochte, alse mi 401
doeien 466
doen = toen LXXXVI vg.
doen helpen, baten, waard zijn (?) 458
doen, dat d. = baraet 467
doen doen LXXXVI vg. 499
doen d'belof 400
doen dat tot omschrijving 411
doen elliptisch 406
doen in den moet 416
doen vervangt voorafg. w.w. 433
doen wale. dor weldoen 452
doien = doeien 466
doien 466
dolen 503
dons. donst 400
Donse 448
doot hebben, d. sijn 421
doot z. verkiesen  
doot, no dor vrese no dor d. 466
dop 329
dorvaren 492
douwen 466
drachmont 492
drachtich 485
driven = bezig zijn 479
driven 503
druut 494
dunst 400
dust 400
dwaes 397
dweesten 457
dwers 410

E.

e (anorganische) in den nominatief 413
echt, nu ende 465
eenradichede 445
eenrehande 501
eergierechede 443
eerst 503
ei voor ie LXXXIX
ei voor ê LXXXIX
eilant 431
Ellips bij beschrijvingen 417
Ellips in gebiedende zinnen en spreekwoorden 418
Ellips van deelww. bij hebben en sijn met adjectiven enz. (vooral met doot) 421
ende in het Hs LXII aant.
ende adversatief enz 402
Enkelvoud van het praedicaat bij een subj. in het meerv 418
ere tijt 49
erehande 501
ergheren 457
erterike 317
espentijn 491

F.

faelgen, faelgieren 416
falise 437
Farfar XLIII
fonderen 470

G.

g en v op elkander rijmende LXIV
gaen 435
gare bijwoord 406
Gallia Barbata 478
gavel 130

[pagina 508]
[p. 508]

Genitief XCIV
Genitief bij Feminina 410
gedän 467
ghe voorvoegsel, verdwenen 398
ghe voorvoegsel, verandert de beteekenis van een ww. 479
gheaisiert 479
ghebeelde 432
gheblas 397
ghedinghe 413
ghedochte, segghen in waren gh. 485
ghedwas 397
gheerne 465
ghegare 406
gheharmen, ghehermen 473
gheles 462
ghelie 496
ghelijc dat 416
ghelike 428
gheloof 470
ghemalsc 484
ghemul 436
ghenesen transit. 460
ghepaers 466
gheraect wel 423
gheraken 423
ghereet 459
gheruum 432
ghesijn verl. deelw. LXXXV
ghesicht 440
ghescien 449
ghespaers 466
ghespar, ghesper 422
ghespeert 310
ghestade 490
ghestalp 504
ghetes, ghetesen, ghetessen 461
ghevaren 437
ghevinden 479
ghewaet 462
ghewant 462
gheweest LXXXV
ghewon 413
ghewone 413
ghewouden 491
ghie Praet. bij gaen 500
goliaerd 469
goliaes 469
gone 476
goet z. luttel goet  
graf = gracht 451
graven = gracht 451
grepe 476
groef 484
grof 484
groot 499
groot goet 460
grouf 484

H.

harre 443
have, begraven met groter h. 427
heden den daghe en dgl. 429
heien 484
heilich 485
hecsele 426
herghen z. ergheren  
Herhaling van het ww. 445
hierenbinnen XCII
hort 491
houden 501
houden z. stede  
houwen 491
huden heden LXXXIV
Hugo van Tabarie 429
hurre 103
hursele 125
hurt 491

I.

- ianus LXXXI
ie LXVII vgg.
îe LXVII vgg.
ie in vormen van sijn (esse) LXVIII
in dien 503
Indicatief 133
Infinitief met het pron. poss. in pass. zin 492

J.

jamere, te jam. 448
Joodsc voor Indsch 236

K.

Kaer z. Babilone  
cake 438
cant, cande LX
carren 467
carrine 45
casse 410
castijen hem 453
kele 437
kerren 467
kerseboom 498
kiesen die doot 423
kinnebacke 438
kint Plur. 46
cliven 483
cnoop 409
coatricen 492
cocatricen 492
Comparatief voor Superl. 420
Comparatief met overbodig bet en meer 502

[pagina 509]
[p. 509]

condech 479
coninclijc 490
Constructie ad sensum 469
Constructie bij tusschenzinnen met ic segghe en dgl. 482
Corborant 473
corenen 45
corts 504
Kritiek, gemis aan kr. bij Maerl. 472
Kruiden 454

L.

lant 431, 432
laten met het verl. deelw. 402
lede 472
lede tot omschrijving 448
leen 449
lechten 148
leitier 500
Lemnes 492
lettel z. luttel  
Lidwoord ontbreekt bij namen van volkeren 414
Lidwoord ontbr. in algemeene zinnen 485
Lidwoord ontbr. in algemeene zinnen met negatieven zin 425
lief, z. luttel goet  
lieu (?) 496
loete 472
loos 397
los, lossen 397
Losane 449
luchter vingher 504
luttel goet 407
luuscen 484

M.

maer 437
magetoghe 399
malsc 485
maniere 468
mate 445
matelijc 431
meer dan tijt 446
meester 399
mekel 441
mellic 431
melodie 460
menschelijcheit ende nature 105
mere z. nu mere  
Merlijn vs. 36 vgg. 398
met LXXXV
met bij tijdsbepalingen 475
met met den dat. adverbiaal 484
met uitdrukkende het middel, werktuig 487
met proleptisch bij ww. met de beteekenis: ‘brengen in eenen toestand’ 487
miede sonder 427
mile 488
Modicac 455
moet, met waren moede. 485
moet, z. doen  
mol 436
Montferrat marquis van 429, 473
mul 436
mute 403
Muziekinstrumenten 455

N.

naligghen, naarligghen 480
Narvel(see) 409
navolghen 466
neder beneden LXX
Negatie z. ontkenning  
Necho 440
Nectanabus z. Neptanabus  
Nele 434
nemere doen, willen en dgl. 464
Neptanabus XXIV
Nervel (see) 409
nevel 411
neven comen 424
niewer 412
niewer na 412
Nich 476
nc voor nt LX
noch also 449
Nominatief dubbele z. accus.  
nts. LX
nu ende echt 465
nu mere 491
nusschen 426

O.

ô LXX
oe LXX
ofte. - ofte. 461
om c. dat. 159, 456
ommate 498
ondertrouwe doen 460
ondertrouwen 460
onghedeelt 468
onghedout 464
onghehoont 488
ongheloof 470
onghespoort 463
onghetrouwe znw. 427
onlanghe 461
ontbonden 460
onthouden 468
Ontkenning bij maer 437

[pagina 510]
[p. 510]

ontsneven 491
ontvanghen 435
ontvechten 409
onverdect 500
onwaenlijc 448
onweticheide 413
ooc adversatief. 490
orbare LXXXIV
orbore LXXXIV
ore z. ure  
orloghe 415
over 479
overbaden 426
overbringhen 469
overdaet 493
orerdriven 469
overen 461
overhooft 488
overjaghen 469
overladen 426
Overlant 471

P.

paer letteren 414
papelaert 401
peinsen om sijn ghewin 423
pec 450
pelegrijn LXV
perducen 491
Phillis 481
pile 502
pine: staat in te sine 469
pipe 407
plocken 484
plomp 418
Polane 449
popelaert 401
porren 402
porringhe 447
Positief vóór dan 420
Praedicaat z. enkelv.  
premant 407
prevelen 401
Pronomen demonstr. herhaalt in het rijm het voorafgaande nw. LXX
Pronomen interrog. als indef. 474
Pronomen personale ontbreekt bij den optat. 439
Pronomen possess. z. infinitief  
Pronomen relat. in pl. van dat met het demonstr. 482
Pronomen reflex., uitlatimg 426
Pronomen reflex., bij den imperat. 442
Profetie van Daniël 448

Q.

quekenoot 485

R.

raet, bi rade werken 414
rant scildes 491
rasch 427
ree 129
recht mi is 482
rese 443
rijf 454
rode 440
roen 404
roest 449
roestevlecke 485
ronnen 484

S.

sadelstelle 487
saken 426
salamandere 454
sale 408
ic seggu hoe 435
ic seggu twi 435
seilsteen 473
sele 452
senatuerscap 185
Senberis 502
sengherije 504
setten uter herte 416
si LXXXVI
side in samenstellingen 501
sijn pron. betrekkelijk op fem. en plur 406
sicht 440
singherije 504
Sincfal 477
scade 88
scier 437
scinen 423
scive 455
scolaken 500
scop 442
scranke 448
slach 463
slachelle 438
slet, slit, slette slitte 470
slippe 470
smieken 432 vg.
smoken, smooken 432 vg.
smuken 432 vg.
sneven 491
so zonder consecut. XCIII, 458, 488
so dat XCIV
soe LXXXVI
soene houden 418
Solane 449
somme 400
Sornagur 455
sout 496
spise 418

[pagina 511]
[p. 511]

spor 432
Spreekwoorden 405, 487
staen. staende 416
staen over sine voete 75
staet 429
staken 413
stalpen 504
stat 476 vg.
stede 476 vg.
stede houden 487
Steden (Namen van) vrouwel. 428
steendoot 404
Sterrenkunde 424
steunen 75
stic 463
stive z. scive  
stoel 451
stoet 407
stoc 484
stonde 482
streke 412
strike 478
stunen 397
Sulcus 502
sullen 490
sumelike 238
Superlatief met een overbodig bet, best, meest 502
Superlatief voor Comperat. 420
Susach 440
swart 494
swepe 156
Syrie 452

T.

Tabarie 429
taleman 480
tende LX
tetreden 168
tiden toe 425
Tilenrijs 481
tinne 428
Tiraten 477
tissen 482
tisten 482
toebehoren 463
tonen LXXXVIII
top z. dop  
Torec LXIII aant.
tralie 456
troepmaelde, troepmale 468
tropmale 468
Troien dietsch van 478
troosten 421
Tweegevecht 490
twijfelijc 450
twiselijc 450

U.

û voor ie LXXXIV
up lijf ende lede 195
ure 431

V.

v rijmt met g LXIV
vaen 402
valsce 497
varen 437
vele, so vele 140
verbidden 440
verdecken 500
verdoien 466
verdouwen 466
verdraghen hem 434
verdriven drijvende verloren raken 478
verdriven overhalen, noodigen 480
verergeren 411
vergaen 434
verherghen 411
verheten 495
verhorden 428
verkiesen 488
verkiesen die doot 423
verleden 445
verlies, verliesen 402
vermeulen 436
verscieten 435
versconen 427
versoeken 473
verstaen doen 494
versterven 495
vertroosten z. troosten  
Vertaling 293, 297, 400, 400, 409, 415, 415, 417, 418, 418, 425, 426, 428, 434, 435, 435, 436, 436, 437, 442, 446, 451, 451, 452, 453, 456, 456, 457, 457, 459, 461, 463, 464, 467, 469, 470, 470, 471, 472, 479, 483, 483, 483, 485, 487, 488, 489, 490, 491, 491, 494, 494, 494, 496, 496, 497, 497, 497, 498, 499, 499, 501, 503, 503, 503, 503, 504, 504.
vervaren 434
verwaendelike 444
vlake 472
vlieke, vlieken 403
vlien 432
vloet 459
vloc, flocke, vlocken 403
vloten, vlotten 436
vlucht 433
voeden 455
voeghen 438

[pagina 512]
[p. 512]

voeren 416
volghen ende vlien 465
vor, vor die joeste houden 487
vorseit 465
vrame LXXXIV
vray 247
vrij hebben, vrijen 495
vrome LXXXIV
vrouwe 440

W.

wangunst 483
wanconst, wanconnen 483
wanen, alsemen die waerheit waent 21
ware 504
warmoesdierne 454
wat z. Pron. interrog.  
wedemaent 413
weech 445
wech, alle weghe 442
wellen 498
wempelwite 454
werde, ter aerden doen met groter w. 427
werken z. raet  
wesc 459
wet 457
weten, niet w. van 473
wieken 422
wijf 440
wijch 415
wile 482
wille, segghen sinen w. en dgl. 486
willen met infin. praet 429
wilt 3de pers. sing. van willen LXXXVI
wisc 459
wonderen constructie 455

Z.

zart 462
Zeugma 472
Zozimas XLIII
Zweren 416


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken