Heimelijkheid der heimelijkheden
(1917)–Jacob van Maerlant– Auteursrecht onbekend
[pagina VII]
| |
Inleiding.Het Middelnederlandsche leerdicht Heimelijkheid der Heimelijkheden is een berijmde bewerking van een Latijnsch geschrift, waarvoor in de Middeleeuwen ongemeene belangstelling bestond. En geen wonder! Aan dit werk waren de namen verbonden van Aristoteles en Alexander den Grooten. Aristoteles, de groote meester, het orakel der Middeleeuwen en Alexander, de schitterende veldheer; de man van de wetenschap, de gedachte, die als bedachtzaam leermeester stond achter den impulsieven man van het zwaard, de daad: deze combinatie moest belangstelling wekken. Voeg daarbij den geheimzinnigen, fascineerenden titel, Secretum Secretorum, de zonderlinge lotgevallen, in de prologen vermeld, en bovenal den veelsoortigen inhoud van dit compilatiewerk, door een modern geleerde gekarakteriseerd als ‘eine teilweise miserabele Compilation ‘philosophirender Mystik und vulgären Aberglaubens’,Ga naar voetnoot1) voor de Middeleeuwen echter, juist door de autoriteit van Aristoteles, openbaring van eeuwenoude onomstootelijke wijsheid en wetenschap op allerlei gebied. Geen van Aristoteles' geschriften heeft een succes als deze epistula ad Alexandrum: zij werd door de grootste geesten uit de 13de eeuw bestudeerd en geëxcerpeerd; niemand minder dan Roger Bacon, de doctor mirabilis, voorzag haar van geleerde glossen, Michaël Scot en Albertus Magnus nemen in hun werken er uit over, Thomas van Aquino kende het werk en gebruikte het waarschijnlijk eveneens.Ga naar voetnoot2) Het is vertaald in bijna alle moderne Europeesche talen, in sommige meerdere malen; het aantal bewaard gebleven handschriften van Fransche, Duitsche en Engelsche bewerkingen in proza en poëzie is legio. Tusschen ± 1480 en ± 1550 verschijnen tal van drukken; Latijnsche handschriften hebben bijna alle belangrijke bibliotheken - het British Museum alleen heeft er meer dan 30.Ga naar voetnoot3) De Latijnsche vertaling gaat terug op een Arabischen text, waarvan eveneens vele handschriften bestaan; een Grieksch origineel echter is niet gevonden en zal waarschijnlijk nooit gevonden worden: het Secretum Secretorum wordt sinds lang gerangschikt onder die vele pseudo-aristotelische geschriften, die in de Middeleeuwen den roem van den grooten | |
[pagina VIII]
| |
wijsgeer eer verhoogd hebben dan geschaad. De cultuur-historische waarde van het werk, hoogstwaarschijnlijk een Arabisch product, zooals nader zal worden aangetoond, vermindert daarmee niet: ‘Les livres de vulgarisation scientifique du moyen âge,’ zegt Ch.V. Langlois in een werk, dat belangwekkende beschouwingen geeft over soortgelijke geschriften als het Secretum,Ga naar voetnoot1) ‘étaient, certes, une pâture de mauvaise qualité; mais les hommes s'en sont nourris si longtemps, qu'il devient important de savoir avec exactitude ce qu'ils ont été - puisqu' ils ont passé tout entiers (vérités, erreurs et confusions secondaires ensemble), dans les moëlles d'un public immense. Le succès qu'elles ont eu suffit à les rendre considérables jusque dans leurs difformités.’ - Het is daarom te betreuren, dat tot dusver zoo weinig aandacht aan het Secretum is gewijd. De verklaring ligt evenwel voor de hand: het is in dit opzicht lotgenoot van meerdere veelgelezen Middeleeuwsche compilatiewerken, als den Sidrach, den Trésor van Brunetto Latino, de Imago Mundi, den Placides en Timeo enz., met welke het ook in andere opzichten, zooals blijken zal, te vergelijken valt. Bij al deze geschriften is zoo'n voorarbeid te verrichten, zijn zooveel verschillende handschriften te collationeeren, onderling te vergelijken, dat de zoo noodige critische uitgaven uitblijven en daardoor tal van kwesties met betrekking tot den inhoud of de geschiedenis dier werken niet tot oplossing kunnen worden gebracht. Zoodoende loopen juist de veel gelezen werken uit de Middeleeuwen in onzen tijd gevaar het slachtoffer te worden van vroegere populariteit. Het Secretum Secretorum, dat meer dan drie eeuwen een belangstelling genoot in het beschaafd Europa als haast geen ander werk, mag zich met recht beklagen over veronachtzaming. Het overzicht, dat in de volgende bladzijden over de bron der Heimelijkheid en hare wordingsgeschiedenis gegeven wordt, berust voor een deel op wat hier en daar verspreid van deskundige zijde is verschenen, voor een ander deel op eigen onderzoek, een onderzoek, dat uit denaard der zaak op vele punten niet tot een afdoend resultaat kon leiden. |
|