Drie liederen aan mijn medeburgers(1832)–Aeneas Mackay– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Kleinigheden. [pagina 19] [p. 19] Schutters-lied. Wijs: (Wien Neêrlands bloed, enz.) Komt Broeders! komt naar 't veld van eer, Het geldt ons Vaderland! Komt Broeders! toont uw kloekheid weêr, Verdedigt Nederland! De muiter is uw Broeder niet, Hij, die ons hoonen dorst, Die regt en wet omverre stiet, En Vaderland en Vorst. Wij allen zweeren hechten trouw Aan 't Huis dat ons regeert; Oranje steunt ons staatsgebouw, Terwijl het vrijheid eert; Het waakt voor Neêrlands eigenheid, Het blijft zijn eed gestand; En 't is Goddank! dezelfde strijd, Voor Vorst en Vaderland. [pagina 20] [p. 20] o Onvergeetlijk voorgeslacht! Wij zijn nog niet ontaard; Nog leeft uw deugd in volle kracht, Nog zijn w' onze afkomst waard! Wij vreezen nog het sterven niet! Nog blaakt een fiere borst, Nog stemmen wij het oude lied, Voor Vaderland en Vorst. o God, wij gaan met u ten strijd: Geef d' overwinning, Heer! Wij strijden voor regtvaardigheid, Wij sterven tot uw eer. Wees Gij, o God! in heil en nood, De God van Nederland! Verhoor ons staamlend in den dood, Voor Vorst en Vaderland. Vaartwel, o ouders, vrienden, kroost, Ziet ons met blijdschap gaan, Vindt in onze eer en moed uw troost, Vuurt ons tot strijden aan! En, weent gij eenmaal op ons graf, o Schrijft er met uw hand: ‘Hij leeft altijd, die 't leven gaf Voor Vorst en Vaderland.’ Vorige Volgende