Praeludium(1941)–Loe Maas– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Quoniam advesperascit Hoe ver is 't van Jerusalem naar waar Gij zijt? Ik luister, maar hoor niet Uw stem in d'eenzaamheid. Het schemert in mijn kleine ziel. De avond brandt. Kom, dat ik aan Uw voeten kniel en neem Uw hand, en opzie naar Uw milden mond. Breek mij het brood. 'K herken U aan mijn eigen wond zoo diep, zoo rood. Tot vleesch werd mij de bange smart. Geluk doet zeer dat niet gedrenkt is in Uw hart: blijf bij mij, Heer. Vorige Volgende