Praeludium(1941)–Loe Maas– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Niets bloeide dan uw bleeke handen Niets bloeide dan Uw bleeke handen; niets leefde dan Uw bange mond waar alle pijn scheen saam te branden. En stilte weende waar ik stond. Gij hield Uw hoofd naar mij gebogen en schruwde van een dorren dorst. Dan brak het licht in Uwe oogen, dan brak de wereld in Uw borst. Een huivering voer door de landen. Een huivering voer door de lucht. Niets bloeide dan Uw bleeke handen. En schreeuwend ben ik weg gevlucht. O, dwaze ren! Gij overspande iederen stap van mijn bestaan met Uw bleeke, bleeke handen. En nergens kan ik U ontgaan. Vorige Volgende