Het gewijde najaar(1945)–Loe Maas– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Vlucht Een appel in de kleine hand van het doode meisje naast den weg naar het beloofde land. Is het leven zoo gehaast? Maar het is als droomt de mond een lied en zien de oogen blij naar iets dat vreugd geeft in 't verschiet. Zijn slechts de dooden vrij? Eèn wereld brandt, èèn wereld licht: en tusschen beiden in het kleine doode meisje ligt als einde en begin. Want ieder leed heeft eenen droom tot broeder en genoot: er bloeien bloesems op een boom, daaronder ligt de dood. Vorige Volgende