over het bureau van Het Nieuws van Peelland.
De nieuwe krant werd genoemd ‘Ons Zuiden’ en zou beginnen met twee maal per week te verschijnen.
Na een paar moeilijke jaren, stelden allen zich voor, zou het blad goed gaan, de streek verheffen uit haar ellendige toestanden en De Visscher een ruim bestaan opleveren.
De Visscher beefde van ontroering. Zo werd hij in een werkkring gezet, waarnaar zijn hele ziel verlangde, terwijl zijn vijanden reeds feestten over zijn verdwijning uit het Peelheimse maatschappelijk leven.
De redacteur stond hem bij met zijn raad en wees hem erop, dat voorzichtigheid en vrees twee heel verschillende dingen zijn. Het eerste was noodzakelijk, verbood alles ineens te willen zeggen en maande voortdurend aan het oog gericht te houden over járen. Het laatste was absoluut verkeerd. ‘Wie vreest, is al verloren.’
De openbare school bleef bestaan met enige protestantse leerlingen. Het hoofd stuurde zijn eigen kinderen naar de broederschool.
Tegenover voorstanders van het bijzonder onderwijs deed hij gewichtig: hij durfde zijn kinderen waarlijk niet aan de dagelijkse omgang met uitsluitend andersdenkenden blootstellen.
Maar in het gezelschap van zijn collega's lachte hij wit, een bijzonder slim gedacht plannetje voorwendend door zijn betekenend-doende blikken en houding.
‘Je begrijpt toch wel, dat ik daarmee mijn bedoelingen heb, en volstrekt niet om de bijzondere school te steunen. Geloof me, dat ik mijn weetje wel weet. In de hogere politiek is iets, een zekere wijze van handelen, die men tactiek noemt, zie je, tactiek.’
Na de oprichting van de bijzondere school was zijn salaris verhoogd tot vijftienhonderd gulden.
Jennesen had het voorstel in ‘Den Gouden Leeuw’ weer toegelicht. Het hoofd stond nu heel alleen voor alle kinderen, die in zes leerjaren verdeeld moesten blijven. Wat een werk was dat! Vermeerdering van traktement kwam hem eerlijk toe. En de gemeente had toch duizenden guldens per jaar voordeel door de komst van de broeders.
Ja, ja, het was goed, gelijk de secretaris dacht.
In ‘Ons Zuiden’ verscheen een artikel over die tweede salarisverhoging als gevolg van door dik en dun meegaan van het hoofd met de Jennesen-partij. Daags daarna ontving De Visscher een heftig schrijven van het hoofd der school. De redactie van een krant, die haar taak begreep, moest toch allerminst vergeten, dat ook hij met gezag bekleed was.
De meeste onderwijzers in de gemeente trachtten zich in het publiek tegenover ‘Ons Zuiden’ nog neutraal te houden. In gezelschap van gemeentebestuursleden lieten zij echter dat voornemen wel eens glippen. Och, altijd dat critiseren van raadsleden. Er kwam nou ook eens