De opbruisende levenskracht van hun ruwe boerennatuur, die zij niet geleerd hadden te beheerschen, dreef een begeerte tot elkaar in hen op, welke zij niet weerstonden.
Het begon al spoedig met een wild gestoei, waarbij hun borsten hijgden van hartstocht-opwinding en de trekken van hun gezichten zich verwrongen.
Eerst een uitlokkend plagen over en weer. Zij stond hem in den weg, moest teruggaan.
- Hè, dat doei 'k nie...
Als ze niet gauw wegging, dan zou hij haar eens even weg komen gooien.
Een kort, onderdrukt gelach, terwijl haar oogen hem uitdagend tegenblikten. Dan:
- Dat kund' ummers nie...
- Och, erm dingske, mit ééën haend draag 'k ow weg...
Een schoof stroo, die zij juist in de handen hield, gooide ze hem naar het hoofd met de kracht van sterke armen, gewoon aan ruw werk.
Dat prikkelde hem en hij greep haar vast in een worsteling. In zijn omarming wrongen hun lichamen zich tegen elkaar. De weerstand van haar sterk gebouwd vrouwenlijf bedwelmde hem geheel in een roes van zinnelijkheid. Haar haren raakten los en bosten wild om haar hoofd terwijl haar rokken opfladderden om de beenen.
Toen rukte zij zich los en liep weg.
Maar datzelfde spelletje herhaalde zich dikwijls. En er gebeurden dan wel eens dingen, waarin zij door gebrek aan ontwikkeling niets zagen, maar die hun begeerte met àl-grooter kracht deden opvlammen. Geen van beiden dacht er aan, dat het iets onbehoorlijks was. Zoo verminderde al langer hoe meer het hoewel onbewuste, natuurlijke zich inhouden tusschen hen, dat de dadelijke toenadering tusschen den man en de vrouw verhindert, maar dat door de langzame ontwikkeling hen wellicht juist met zooveel te meer kracht tot elkander dwingt.
In den zomer, in 't hooiland, hadden eenige lui iets gezien. En onmiddellijk vloog rumoerend het praatje het dorp rond, dat de knecht en de meid van den Veulenhof met elkaar vrijden. Het drong ineens door in alle huizen als een stofwolk, waarvoor geen deuren of ramen dicht genoeg kunnen zijn. Er werd druk over gepraat. Ook werden er toespelingen gemompeld, die iets moesten verbergen voor jonge ooren, maar toch ruw genoeg waren om door iedereen verstaan te