Maar om de kleur gaat het me eigenlijk niet.
- Waarom dan wel?, vroeg ik gedwee.
- Ja, waarom dan wel?, zei hij mat. Maar toen ineens fel:
- Om alles, notaris, om die hele geschiedenis met de bovenmeester, om zijn cursus, om zijn korte broek, om zijn goddeloosheid, om zijn wagen.
- U noemt daar nogal wat, zei ik.
- Het zit me tot hier, riep hij, en hij streek met zijn hand langs zijn keel alsof hij zich wilde onthoofden. - U zult toch toegeven, notaris, dat het hoofd van een openbare school het aan zijn positie verplicht is tenminste een poging te doen zich als heer te gedragen.
Ik gaf het toe, en voegde erbij dat een dergelijke poging door het hoofd van iedere mogelijke school moest worden ondernomen.
- Bedoelt u dat persoonlijk?, vroeg hij argwanend.
- Ik spreek in het algemeen, zei ik royaal, want ik voelde dat ik de situatie meester was.
- Het hoofd van de openbare doet geen enkele poging in die richting, zei hij. - Hij doet al het mogelijke zich als een idioot te gedragen, en dat lukt hem schitterend.
- Hij is een integer mens, zei ik waardig.
- Integer, integer, riep hij wanhopig, alsof hij hoopte er daardoor achter te komen wat het woord betekende, - dat kan wel zijn, notaris, maar wat heeft onze stad aan een integer mens als hij ons te schande maakt. Op de duur kunnen wij dit allemaal niet binnen onze muren houden, en wat slaan wij dan als gemeentebestuur voor figuur? Wij subsidiëren de school, wij worden er tenslotte voor verantwoordelijk gesteld.