- Windt u zich nu niet direct op, notaris, zei hij, - maar laten we de kwestie eens kalm bepraten. Ik heb klachten gekregen.
- Van juffrouw Heidendaal, zei ik.
- U raadt het.
- Nee, ik weet het, zei ik. - Juffrouw Heidendaal heeft mij inzage gegeven van haar brief aan u.
- Dat is onbehoorlijk van haar, zei hij.
- Ik heb er geen gebruik van gemaakt, antwoordde ik zoetsappig, - maar uit haar woorden begreep ik waarom het ging. Ze ondervindt concurrentie van hem.
- Ik vind dat woord niet op zijn plaats, zei hij stijf, en hij trok zijn hoofd tussen zijn schouders alsof er een paar regendruppels langs zijn nek in zijn boord gleden. - Maar daar komt het inderdaad op neer. En u hebt hem de gelegenheid daartoe verschaft.
- Het schoolbestuur heeft er nooit bezwaar tegen gehad dat het gebouw op Woensdagavond werd gebruikt voor het geven van catechisatie door leden van uw kerkgenootschap, zei ik even stijf, maar zonder mijn hoofd in te trekken voorzover ik me herinner. - Ik kan niet aannemen dat het gemeentebestuur bezwaar heeft tegen het geven van een ontwikkelingscursus in hetzelfde gebouw.
- Dat hebben wij ook niet, zei hij, - maar wel tegen de inhoud en de strekking van die cursus. En als u dan toch formeel wilt zijn, u had mij daarvoor toestemming moeten vragen.
Dat was waar, maar ik kon hem moeilijk vertellen dat ik dat laatste letterlijk tegen de meester had gezegd, en dat ik naderhand door mijn knieën was gegaan zonder dat