- Het is mijn hart niet, het is mijn borst, zei ze. - Ik heb kanker.
- U ziet er veel te goed uit, zei ik, want ik geloofde haar niet.
- Mijn ene borst groeit naar binnen en zakt uit, antwoordde ze, - en dat is het bewijs. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, maar hij geeft zijn beminden tekens als het einde komt.
Ik had haar borst nooit in ogenschouw genomen, maar een blik op de volheid ervan overtuigde me dat er van naar binnengroeien geen sprake was. En waarom God haar buste als wegwijzer naar het einde zou gebruiken begreep ik niet. Ik deed een poging een eind aan het gesprek te maken, keek weer eens op de pendule, en borg tenslotte de flessen weg.
- U koestert de antichrist aan uw hart, notaris, zei ze toen ik daarmee bezig was. - U weet het misschien niet, maar ik zeg het u.
- Hij is niet de eerste die u daarvoor verslijt, zei ik.
- Hij komt in verschillende gedaanten, beweerde ze.
- Dit is een van zijn gevaarlijkste gestalten, en ik waarschuw u.
- Dank u, zei ik zo kort mogelijk, maar dat zweepte haar juist op en ze riep:
- De antichrist, de antichrist, ik zie hem komen, ik zie hem onze stad belagen. Hij lokt de kinderen mee, hij misleidt de ouderen, de zienden verblindt hij en de horenden verdooft hij. Zijn rugzak is vol van de vruchten van de boom der kennis, maar voorwaar ik zeg u: wie ervan eet zal worden vergiftigd en als een