kelijke: dat gekwetste leven zonder ziel. Als een oog zonder licht. En Peter ervoer precies hetzelfde. Hij vroeg me, toen ik tenslotte zei dat we de cel zouden repareren, hoe we het instrument ooit weer zouden bezielen. En weet je wat ik zei?’
‘Nee,’ fluistert mevrouw Fiolet bevangen.
‘Ik zei: die ziel moet jij erin leggen. Ik wist niet eens wat ik er eigenlijk mee bedoelde, maar Brom maakte het me duidelijk, hoewel hij op zijn beurt er ook vermoedelijk niets van begreep. Hij zei er meteen bovenop: En legt u die dan meteen weer in juffrouw Hemeling?’
‘Ik begrijp het niet,’ zegt mevrouw Fiolet. ‘Wat bedoelje nu toch?’
‘De ziel van het instrument is die van de maker, maar ook die van de bespeler,’ antwoordt de vioolbouwer. ‘Door de ene te vernietigen vernietig je ook de ander. Dat heeft Roffiaan bij Liesje gedaan en zo kreeg hij overwicht op haar. Bij zijn instrument, en later bij hem, ging ze toen in het over-