De schriftuurlyke geschiedenissen en gelykenissen, van het Oude en Nieuwe Verbond

[p. 380]

De boodschap, aan Zacharias.

De Gulde tyd was ryp, het morgen-rood brak aan,

Dat aller lichten Zon, eer lange op zouw gaan;

Waar na, het Uitzien, nu zo veeler Eeuwen nachten,
Als op 't Beloofde Heil, met groot verlangen wachten:

Dies ging een Morgen-ster, des Dageraads voor heen,

Die als een brandend licht tot voorbereiding scheen.

Den grooten Gabriël, tot blydschap uit gezonden,
Wierd by den Reuk-Altaar, in 't Heiligdom gevonden,

Met deze Boodschap, van de hoogste Majesteit,

Wyl 't rechte Reukwerk nu voor God wierd toebereid,

Dat op de koolen van het bitter lydend glimmen,
Uit d'allerzoetste Naam van Jezus op zouw klimmen,

Als eene zoete Reuk, door wiens hoogwaarde kracht,

De vuur'ge Tooren Gods verzoend wierd en verzacht,

En zyn Erbarmen, en Genade, weder viele,
Als eene levens douw, op d'afgevalle Ziele;

Gelyk in 't Paradys, aan Adam was beloofd;

Nu quam die kroon des heils de Menschheid op het hoofd.

ô Lieflyk Reukwerk Gods! schoon boven alle dingen,
Men zal in Eeuwigheid, van uwe waarde zingen,

In 't Hemels Heiligdom, en heer'lyk Eng'len Koor,

Voor d'Een'ge Oorsprong, van 't Geluid, en van 't Gehoor!

[p. 381]

Lukas I: 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17.

VAN hem wierd gezien een Engel des Heeren staande te rechter [zyden] van den altaar des reuk-offers. En Zacharias [hem] ziende, wierd ontroerd, en vreeze is op hem gevallen. Maar de Engel zeide tot hem, En vreest niet Zacharias, want uw' gebed is verhoord, en uw' wyf Elizabeth zal u eenen zoone baaren, en gy zult zynen naame heeten Joannes. En u zal blydschap en verheuginge zyn, en veele zullen haar over zyne geboorte verblyden. Want hy zal groot zyn voor den Heere: noch wyn noch sterken drank en zal hy niet drinken, en hy zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zyns moeders lyve aan. En zal veele der kinderen Israels bekeeren, tot den Heere haaren God. En hy zal voor hem heenen gaan in den geest en kracht van Elias, om te bekeeren de herten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzaame tot de voorzichtigheid der rechtvaardige, om den Heere te bereiden een toegerust volk.

En Vers 76, 77, 78, 79.

Gy kindeken zult een Propheet des Allerhoogsten genaamt worden: want gy zult voor het aangezicht des Heeren voor heenen gaan, om zyne wegen te bereiden. Om zynen volke kennisse der zaligheid te geeven, in vergeevinge haarer zonden. Door de innerlyke beweegingen der barmhertigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit der hoogte. Om te verschynen den geenen die gezeten zyn in de duisternisse, en schaduwe des doods: om onze voeten te richten op den weg des vredes.