Geestelyke brieven
(1714)–Jan Luyken– Auteursrechtvrij
[pagina 252]
| |
Jezus, den Bruidegom der Zielen, tot hulp en troost op de Pelgrims straaten, zo groet ik U Lieden deswegen vriendelyk van herten, als een mede-tak aan den boom des heils, in welke wy eeuwig met malkander hoopen te bloeijen, om voort te brengen de vruchten der lof, prys en dankzegging voor den Heere onzen God, dat oneindige goed, een fonteine aller Zaligheid, die zyn stroomen wil uitgieten over alle zyne bywoonders, daar zal de volle verquikking, verzadiging en laaving zyn voor de begeerte des herten, om welks genots wille, ons door de wysheid is bevolen, en wel gunstig geraaden, de verquikking, verzadiging en laaving dezer wereld af te leggen, te haaten en te verlaaten, alzo ze idel en vergankelyk is, en de Ziele ledig laat, maar God het eenige eeuwige goed, zal de ziele vol maaken. Nu wy wandelen zaamen voort, wenst ons de bystand des Heeren, gelyk wy U L. ook wensen, vaart wel tot Zaligheid, met zaamen U L. gantse huis.
U E. Toegeneege en heilwensende Vriend en Broeder. |
|