van God vergunde tyd, om te behertigen het hoogste goed verquisten) en malkander gaande houden, om niet te bezien wat het noodwendigste is, gelyk een Rad der zinnen, dat geduurig omdraaid, en wat hebben ze elkanderen op 't laatst toegebragt, als de arme ziel van deze na de andere wereld zal over gaan, wat geleide doen ze elkanderen dan, of wat hulp, en troost, konnen zy elkanderen toebrengen, die elkander vermaakte met idelheid by goede dagen, de stervende moet alleenig voort, maar had hy in plaats van wind te zaaijen, de vriendschap Gods gezocht, om by hem in gunst te staan, had hy die ontzien in plaats van menschen, had hy die gediend, had hy die ge-eerd, en die onthaald in zyn kinderen, zo had hy een maatschappy gemaakt, die hem in de tyd van de hoogste verlegentheid, in de uure des doods niet verlaaten zouw, gelyk de vriendschap der wereld doet: ô hoe schoon is 't aan zulke afgestorvene te gedenken, tegen andere gerekend, die de wereld gediend hebben, immers zyn ze alle verdweenen, met menigte (die wy gekend en niet gekend hebben) van de vertoonplaats dezer wereld, daar zy op verscheenen waaren, zo wel de beminnaars, als die geene, die daar als vreemdeling op verkeerde, en haar haaten eer zy haar verliet, en alzo met het af-scheiden van die niet verlooren, maar gewonnen hebben, hoe veel hart-hoofden die in haar leven moedig waaren, leggen daar onmachtig in stof, en hoe veel zuchtende en be-