Des menschen begin, midden en einde
(1977)–Jan Luyken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |
Jezaias LV: 1, 2, 3.O alle gy dorstige, komt tot de wateren, en gy die geen geld en hebt, komt koopt en eetet, ja komt koopt zonder geld, en zonder prys wyn en melk. Waarom weegt gy-lieden geld uit voor 't geene dat geen brood en is? en uwen arbeid voor het het geene dat niet verzadigen en kan? Hooret aandachtelyk na my, en eetet het goede, en laat uwe ziele in vettigheid haar verlusten. Neigd uw' oore, en komt tot my, hoord, en uwe ziele zal leeven: want ik zal met u een eeuwig verbond maaken, [en u geeven] de gewisse weldaadigheden Davids. | |
Jeremias IV: 22.Zekerlyk, myn volk is dwaas, my en kennen zy niet; het zyn zotte kinderen, ende en zyn niet verstandig: wys zyn ze om quaat te doen, maar goed te doen en weeten ze niet. | |
1 Timotheus VI: 10, 11, 12.Want de geldgierigheid is een wortel van alle quaad, tot welke sommige lust hebbende zyn afgedwaald van 't geloove, en hebben haar zelven met veele smerten doorsteeken. Maar gy, O mensche Gods, vlied deze dingen: en jaagd na gerechtigheid, Godzaligheid, geloove, liefde, lydzaamheid, zachtmoedigheid. Stryd den goeden stryd des geloofs, grypt na het eeuwige leven, tot het welke gy ook geroepen zyt, en de goede belydenisse beleeden hebt voor veele getuigen. | |
[pagina 71]
| |
|