Des menschen begin, midden en einde
(1977)–Jan Luyken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
1 Samuel XV: 22, 23.Samuel zeide, Heeft de HEERE lust aan brand-offeren, en slacht-offeren, als aan het gehoorzaamen der stemme des HEEREN? ziet, gehoorzaamen is beter dan slacht-offer, opmerken dan het vette der rammen. Want wederspannigheid is een zonde der toverye, en wederstreeven is afgoderye, en beelden-dienst: Om dat gy des HEEREN woord verworpen hebt, zo heeft hy u verworpen, dat gy geen Koning en zult zyn. | |
Jezaias II: 17, 18, 19, 20, 21.De hoogheid des menschen zal geboogen, en de hoogheid der mannen zal vernederd worden, en de HEERE alleen zal in dien dage verheven zyn. En elk een der afgoden zal gantselyk vergaan. Dan zullen zy in de spelonken der rotssteenen gaan, en in de holen der aarde, van wegen den schrik des HEEREN, en van wegen de Heerlykheid zyner Majesteit, wanneer hy zich opmaaken zal om de aarde te verschrikken. In dien dage zal de mensche zyne zilvere afgoden, en zyne gouden afgoden, welke zy zich gemaakt hadden om haar [daar voor] neder te buigen, weg werpen voor de mollen, en de vleder-muizen: Gaande in de reeten der rotsen, en in de klooven der steenrotsen, van wegen den schrik des HEEREN, en van wegen de Heerlykheid zyner Majesteit, wanneer hy zich opmaaken zal, om de aarde geweldelyk te verschrikken. | |
Ephezen V: 5.Want dit weet gy, dat geen hoereerder, of ónreine, of gierigaard, die een afgoden-dienaar is, erfenisse en heeft in het Koningryke Christus en Gods. | |
[pagina 51]
| |
|