Beschouwing der wereld
(1977)–Jan Luyken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 162]
| |
Door achteloosheid. | |
Dit gebod beveele ik u, [myn] zoone Timotheus, dat gy na de prophetien die van u voorgegaan zyn, in dezelve den goeden stryd strydet: Houdende het geloove, en een goede konscientie, welke sommige verstooten hebbende van het geloove schipbreuk geleden hebben. | |
[pagina 163]
| |
Kompas en peil, Hoord by het zeil.
In Zee verschuild de blinde klip,
Dat kost zo menig kost'lyk schip;
In 's werelds weelde en lustig leeven
Verschuild een harde helse Rots,
Tot een vervaarelyke bots,
Daar is zo menig mensch gebleeven,
Daar wierd zo menig waarde Ziel,
Geheel verbroken van zyn kiel,
Door 't woeden van de woeste baaren:
Is dan dat prykel niet t'ontgaan?
Ja zo de Stuurman acht wouw slaan,
Om na zyn onderwys te vaaren.
Maar, als het leeven niet en hoord,
Na goede raad, van 't eeuwig woord,
Hoe zouw dien grooten tocht gelukken?
Daar waakzaamheid niet merkt noch peild,
Maar voor de wind, slechts heene zeild,
Zo raakt zyn groot gevaarte aan stukken.
Al is 'er van dien overvaard
Een nette, en wel gemeeten kaart,
| |
[pagina 164]
| |
Tot onderricht van klip en zanden,
Op dat zo, door voorzichtigheid,
Het groote prykel wierd gemyd,
Om aan de rechte plaats te landen:
Wat helpt'et, als men onbedacht,
Dat groote voordeel niet en acht,
Om na zyn eigen wil te leeven,
Zo dat men van de rechte streek,
Daar eigen welbehagen week
Na laager wal word toegedreeven!
ô Wilde Zee, die wereld hiet,
Wie uw gevaaren overziet,
Heeft reden om zich toe te rusten,
Met dingen van noodzaak'lykheid,
Op dat hy nevens wys beleid,
Bezeil die zaal'ge hemel-kusten.
| |
Spreuken I: 24, 25, 26, 27, 28, 29. | |
[pagina 165]
| |
Wanneer uwe vreeze komt gelyk eene verwoestinge, en u verderf aankomt als een wervel-wind; waneer u benaautheid, en angst overkomt: | |
En Kapittel XXVIII: 9. | |
Jezaias I: 15. | |
Jeremias XI: 11. | |
Joannes IX: 31. |
|