Vervolg van het musikaels tydverdryf
(1752)–J.W. Lustig– Auteursrechtvrij
[pagina 10]
| |
2
Als ik myn zetel maar houd onder
d Eerwaarde Geestelyken stoet
Hun gunst is voor de haat (byzonder
Het grootste deel) is 't die my voet.
Want als die komen aan het haten
Is 't onversoenlyk, ja vergeert
Niet ligt, voor dat zy boven maten
Volstrekt, door haat voldoening heeft.
| |
3
En of schoon and'ren hun niet volgen
Zy off'ren die (zo 't moog'lyk is)
Dus moeten die door haat verbolgen
In rouw vergaan, of ergernis.
Maar hoe zy hier na zullen varen,
Met zo aan my hun hart, en zin
Te streelen en te evenaren:
Het eind' veel erger dan 't begin.
|
|