| |
Negende jaargang, deel I
Redactie: Willem Kloos
| |
Afl. 1, oktober 1893
Kloos opent met het sonnet Zelf-bewustzijn. Verlucht met een facsimile naar een handschrift van Jacques Perk en ingeleid door een In memoriam voor de twaalf jaar geleden overleden dichter, volgen van zijn hand achtentwintig Nagelaten verzen, waaronder Mijn ziel gelijkt den blijden zomer-dag. Charles M. van Deventer draagt als Chap dichterlijke Krabbeltjes bij en onder eigen naam een aan Herman Gorter opgedragen studie over Het Symposium van Plato. Met het zevende hoofdstuk van Dragamosus beëindigt Ary Prins zijn medewerking aan deze jaargang. Poëzie is er verder van ene W., H.J. Boeken, Stella Violantilla, P. Tideman: Stemmings-alleeën, waaronder Jacques Perk/Gedachtenis, Vloek over Calvijn! (Voor H.J. Boeken, den verkapten filosoof), Op Bussum, dat broei-nest van kunstige kunsteloosheid, Vloek over van Eeden. Vervolgens, ingeleid door een naamloze adorerende ontboezeming Aan Koningin Wilhelmina van Holland, een eveneens naamloos gedicht Wilhelma van Nassaue. Tenslotte draagt Kloos zelf dertig Verzen bij, waaronder: Dit gansch geslacht is een verdoemenis geweest, Tegen Herman Gorter, Zwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum. P. Tideman schrijft als J.H. van Wedelove Drie verzen op Gorter. Kloos' versregel Als bliksem-wolken gaan wij naast elkaar wordt als 't ware geïllustreerd door zijn eigen Gedachten en aforismen over Frederik van Eeden en door P. Tideman's Jan de Schenner, het boek der verdommenis, toespeling op Van Eeden's Johannes Viator, het boek van de liefde. In Kinderraadsel parodieert P. Tideman de Krabbeltjes van Chap in deze aflevering.
's Morgens kwam de N. Gids. Waar dat op uit zal loopen? Hoewel het een heel droevig spektakel is, was ik er niet zoo bedroefd over als wel behoorde. Omdat hij het nu zoo bont maakt, dat alleen kleine of blinde menschen er dupe van kunnen zijn. Hij drinkt zich nu dood aan zijn machtsgevoel, als een vrijgelaten dronkaard, maar dat is wèl treurig.
Frederik van Eeden in zijn dagboek, 2 november 1893
319
Hein Boeken. Foto Willem Witsen.
320
Charles M. van Deventer. Foto Willem Witsen.
| |
| |
321
De befaamde rubriek die Charles Boissevain ‘Van dag tot dag’ bijdroeg aan het Algemeen Handelsblad, was op 5 november 1893 geheel gewijd aan de met grote vertraging verschenen oktober-aflevering van De Nieuwe Gids.
322
Charles Boissevain (1842-1927). Hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad. Litho door Jan Veth, 1893.
De goede en groote, de kinderlijk-goede en mannelijk-groote, de dichter Jacques Perk is thans twaalf jaren dood. Dood, niet voor zich-zelf, en niet dood voor ons, die hem inniglijk lief-hebben, en ook niet voor de wereld, die hem heet te bewonderen, maar dood vóor dit kortstondig daarheen-gaand bewegen, dat men mensch-leven noemt. Want Jacques Perk was meer dan een mensch durft te schijnen, Jacques Perk heeft deze periode der Nederlandsche letterkunde, waar wij allen van leven, grooten en kleinen, in overmaat van vreugd, in zelf-onbewust superbe willen, door de macht van zijn woord en de pracht van zijn rhythmen ingeluid tot de grootheid die zij is.
Willem Kloos in De Nieuwe Gids, oktober 1893
Tegen Herman Gorter
O quasi-geniaal en manlijk-willend,
Maar au-fond zwak en idioot-brutaal
Wezentje, kind-zwak, maar geen kind, die, vaal
In uw-zelfs wezen, gaat, en schijnbaar tillend
Willem Kloos in De Nieuwe Gids, oktober 1893
| |
| |
323
324
Artikel door Taco H. de Beer, in het weekblad De Portefeuille van 14 oktober 1893, naar aanleiding van de aankondiging dat De Nieuwe Gids van oktober 1893 nagelaten verzen van Jacques Perk zou bevatten.
325
Het fascimile naar een handschrift van Jacques Perk.
326
Zwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum, Willem Kloos.
| |
| |
327
Op het atelier van Witsen. Van 1. naar r.: Willem Kloos, Piet Tideman en Hein Boeken. Foto Willem Witsen.
328
Frederik van Eeden, Johannes Viator. Het boek van de liefde, 1892.
Wat Kloos' haat tegen mij betreft, die is ongegrond, zooals je weet. Tegen iedereen vriendelijk te zijn, dat strookt met de algemeene waarheden die ik geloof gevonden te hebben. Daarom ben ik dat tegen van Eeden. Graag zou ik met Kloos in vriendschap en vrede leven; zeg hem dat nog eens, als je ten minste gelooft dat dit baten zal. Ik heb altijd een groote genegenheid voor hem gehad. Als je denkt dat het toch niet baat, laat het dan zooals het is.
Herman Gorter aan Alphons Diepenbrock, 2 november 1893
xxiii
Van Eedenheid der ijdelheden, alles is ijdelheid.
xxiv
Die verzen van van Eeden, ze breken als je er tegen-aanstoot, want ze zijn van wit aarde-werk, imitatie wit marmer.
xxv
Van Eeden is niet absoluut slecht, van Eeden is alleen maar een geniepige jongen, die altijd afgekeken heeft van de lei van zijn buurman.
Willem Kloos in De Nieuwe Gids, oktober 1893
Dit boek ìs om over te spotten. Met dit boek mag gesold worden als met een vette rat, een walging voor menschen. Een ràt is de man die dit schreef.
Piet Tideman in De Nieuwe Gids, oktober 1893
Beste Pet. Dank je zeer voor het afdrukje. Ik vind het heerlijk 't te hebben, vooral voor sommige verzen. Je bent zooals ik altijd gedacht heb, van dat ik je dingen in Propria Cures las af, een groote kerel. Anders mocht je ook niet tegen Gorter aangaan, - van mij zeker niet, dat weet je wel, schelm. Enfin - laten wij hierover niet spreken en denken dat de oorlog de vader van alles is.
Alphons Diepenbrock aan P. Tideman, 17 november 1893
| |
Afl. 2, december 1893
Opnieuw Nagelaten verzen van Jacques Perk, opnieuw Stemmings-alleeën door P. Tideman, opnieuw - vijfentwintig - pagina's poëzie van Stella Violontilla. Onder de veertig Verzen van Kloos vallen op: Albert Verwey, gij musculeus poëetken, een Epigram (Herman gaat nu studeeren in Dante en de Chemie, /Hij moest liever sturen aan zijn Tante een Colibrie.), een Samenspraak tusschen den Heer L. Couperus en de werkelijkheid (O zoet, zelf-vernoeglijk kind Couperus), Tegen J.K. Huysmans (O, gij uit uw kantoor-bediendes-kop), De Koo's ziel - als die is, - is als een kuikentje.
Nog maakte ik kennis, vorige week, met het geniale kind, dat in de laatste afleveringen van de N.G. debuteert, met Stella Violantilla, als Kloos haar genoemd heeft. Heel aardige familie, eene lieve mama, ook de papa niet onfrisch. Zij een brunette, met pracht oogen, waarachter je je een eeuwige zomer droomt.
Willem Royaards aan Alphons Diepenbrock, 6 december 1893
Toen ik diep verslagen thuiskwam lag de N. Gids er, met weer dezelfde aanvallen. Een slechte nacht. 10 uur opgestaan.
Frederik van Eeden in zijn dagboek, 24 december 1893
329
Willem Royaards (1867-1929).
| |
| |
Je alleeën zijn vol van bloeyende rozen, maar ook van heilzame kruiden en planten. Je weet nu wel wat ik bedoel, mijn vriend. Overigens denk ik nog veel aan de heerlijke dagen toen je hier was en dank ik je zeer voor de sublieme sigaren.
Alphons Diepenbrock aan P. Tideman, 25 december 1893
330
Handschrift van Kloos' Samenspraak tusschen den Heer L. Couperus en de werkelijkheid.
331
Handschrift van Kloos' Epigram.
332
Spotprent uit de Nederlandsche Spectator.
| |
| |
| |
Afl. 3, februari 1894
Voor de laatste maal Nagelaten verzen van Jacques Perk. Wederom Stella Violontilla, nu met Viola. P. Tideman vervolgt o.a. zijn Stemmings-alleeën en zijn Ontologica en kritica, waarin hij overal om zich heen dilettantisme constateert. Tussen de Verzen van Kloos aanvallen op A. Aletrino (O Aletrinootje, gij valsch, Moorsch Vorstje), op P.L. Tak en Herman Gorter.
delang (Litteraire filozofieën)
Filozofische fantazie-alleen met enkele elementen zangerslust.
333
gorter (na Mei, vóór?).
(Dilettantisme der genialiteit.)
Zangersdilettantisme (litteratuur): Verzen, Dagen.
Filo-filozofie en rythmiek:.... Wij zijn de deelen Gods... 'Juni '93.
Fantazie-alleen, rijm en metriek, drooge klank van schelpjes en stukke kinkhoorns: Balder.
van deyssel.
Litteratuur (Lijn- en kleur-dilettantisme): Een Liefde.
Modern-filo-filozofisch dilettant: overal, waar hij denkt beredeneerend.
IJzig subtiel fotograaf en lyrisch fantasmagorist:
Menschen en Bergen.
Dichter: Brochure over Litteratuur, kritiek over Zola, perioden van de Kleine Republiek.
Lyrische fantazie-alleen: Meeste kritieken.
aletrino.
Klank- en lijn-dilettantisme: Zuster Bertha.
Gedachten-dilettantisme: Crimineele anthropologie.
van eeden.
Verward filozofisch, (valsch) gevoels-dilettantisme en hàrtelooze topzware lyriek: Johannes Viator.
Literatuur: Ellen.
Gedachten-dilettantisme: Studie's.
van deventer.
Antieke filo-filozofie, de vlode op Plato's nalatenschap.
P. Tideman in De Nieuwe Gids, februari 1894
Je Ontologica zullen, laten wij hopen, het begin zijn van de Nova Vita. Wij zullen het niet beleven. Wij zijn ook eerstelingen zooals Zarathustra.
Alphons Diepenbrock aan Pet Tideman, 23 februari 1894
334
Aan het overlijden van Francois Haverschmidt op 19 januari 1894, schonk De Nieuwe Gids geen aandacht.
|
|