Albert Verwey (1865-1937)
Geboren te Amsterdam als zoon van de eigenaar van een meubelmakerszaak, bezocht Verwey in 1878 de H.B.S. met driejarige cursus in de Oudemanhuissteeg. Datzelfde jaar overleed zijn vader. In 1880 kwam Verwey op de H.B.S. (met vijfjarige cursus) aan de Keizersgracht, waar Dr. Willem Doorenbos een van zijn leraren was. Doordat Doorenbos met zijn oud-leerling Frank van der Goes over Verwey's eerste dichtproeven sprak, bracht Van der Goes Verwey op zijn beurt in contact (december 1881) met Willem Kloos, van dan af zijn geestelijke mentor. Van 1882 tot 1885 was Verwey werkzaam op een tweetal effectenkantoren, periode die in 1883 werd onderbroken door een reis naar Amerika.
Vanaf de oprichtingsvergadering was Verwey redacteur van De Nieuwe Gids. Enkele weken na verschijning van de eerste aflevering debuteerde hij met de aan Willem Kloos opgedragen bundel Persephone en andere gedichten (1885).
Aan Verwey's huwelijk, in 1890, met Kitty van Vloten en zijn vestiging te Noordwijk aan Zee, was in 1889 een algehele breuk met Kloos voorafgegaan.
Verwey zag in het begin in Kloos een leermeester; hij was toen nog heel jong, nauwelijks achttien jaar, maar spoedig ontwikkelde zich zijn individualiteit en hij vond zijn eigen geluid, dat mij zeer origineel leek. Ik meen mij te herinneren, dat ik het voor mijzelf noemde ‘Het Bijbelsche geluid’. Zonder twijfel inspireerde hij zich veel op de lectuur van den Staten-bijbel.
Frans Erens, Vervlogen jaren
Verwey had iets zachts en goedmoedigs en ik vond het woord goedertieren op hem van toepassing. Af en toe kon hij, naar buiten kijkend, zijn handen wrijven en zeggen: ‘Ja, ja, 't leven is aardig!’ In zijn studeerkamer hing een prachtige tekening van Kloos door Witsen gemaakt en van heel kleine stukjes aan elkaar geplakt. ‘Ja’, legde hij uit, ‘Kloos heeft die in snippers verscheurd en ik heb ze weer aan elkaar gelijmd.’ Het portret had er niet door geleden en was er door van een ontroerende tragiek geworden.
Marie Cremers, Lichtend Verleden