Hélène Swarth (1859-1941)
Stéphanie Hélène Swarth, geboren te Amsterdam als jongste in een kinderrijk gezin, verhuisde op haar zesde jaar naar Brussel waar zij een Franse opvoeding kreeg. Een korte geheime verloving, waarvan de wonde nooit volledig zou helen, inspireerde tot een groot deel van haar omvangrijk poëtisch oeuvre, waarvan wij slechts noemen: Eenzame bloemen en Blauwe bloemen (beide 1884), Beelden en stemmen (1887), Sneeuwvlokken (1888) en Rouwviolen (1889).
Hieraan voorafgegaan waren verzen in het Frans, maar onder invloed van Pol (Karel Maria Polydoor) de Mont (1857-1931), die heel wat van haar verzen plaatste in door hem gestichte tijdschriften als Jong Vlaanderen (1881-1882) en Zingende Vogels (1891), dichtte zij later bijna uitsluitend in het Nederlands. Haar werk werd in het Noorden niet zonder waardering ontvangen, zowel in De Gids als door L. van Deyssel in het tijdschrift Nederland.
Wat zal ik u zeggen van L. van Deyssel's stukje over Eenzame Bloemen? Critiek is het niet; het zijn indrukken en wel enkel van drie sonnetten en één lied. Al wat niet het innigste van mijn ziel vertolkt - ofschoon hij zich hier en daar vergist - is ‘niet mooi’. Onzin of niet, het stukje trof mij door een toon die ik zelden hoor bezigen: iets als belangstelling en medegevoel.
Mijne ‘Blauwe Bloemen’ zullen, vrees ik, een uitgever als van Kampen niet erg bevallen. A propos, bevalt u deze titel? Ik bedoel de ‘blaue Blume’ van Novalis, die in de diepte van een dichtergemoed haar zachte, geheimvolle bladen ontvouwt en bedwelmend geurt in de nachtelijke stilte onzer droomen.
Hélène Swarth aan Pol de Mont, 20 mei 1884
De Nieuwe Gids ging mijn Rouwviolen met stilzwijgen voorbij en uit een stuk van F. van der Goes merk ik dat ik uit de gratie ben. - Jan ten Brink had mij met J. Perk en L. Couperus, genoemd als de drie eerste dichters der jongeren; dat vond v.d. Goes verkeerd en bespottelijk.
Hélène Swarth aan Pol de Mont, 14 januari 1890
Ik vind haar op 't oogenblik de minste der nieuwe dichters. Zij staat voor mij gelijk met Perk.
Lodewijk van Deyssel aan Frederik van Eeden, 1 april 1890.
58
Kloos' exemplaar van de in 1884 verschenen bundel Eenzame bloemen.
59
Hélène Swarth, getekend door H.J. Haverman, 1896.