apocrief / de analphabetische naam(1952)– Lucebert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] [ik ben met de man en de macht] ik ben met de man en de macht die een karkas hakken in de blinde muur met de ogen dicht ik ben in de wind de wind die mij stukslaat als bliksem pygmeeënstammen in de zwarte wereld omringd door mijn kille ijswitte machine van gezichtsindrukken ik ben door de kunst klam voorhoofd in de lucht en als een nerveuze zeester er is kunst ik tril mijn omzichtige naaktopnamen in de zomer zijn pagehaar arm en bang arm en angstig sluipen de holle golven die een schuwe schelp bergen en dat is een oor draven de bejaarde wolken die nog nestharen dauwdroppels torsen en dat is een oog dit trilt een lichaam vol lispelende wielen op een slippende weg tussen trappen dit trilt dit is kunst koud en dorstig te verdampen te verstenen van honger en hitte dat is een oog dit is een oor trilt en er is kunst Vorige Volgende