is the last tram? guard hê? En de kondukteur drukt op 't knopje en zegt terwijl: ‘I hope not this year sir!’
De tram beweegt zich. Er is nu geen plaats meer om te staan zelfs, en ik zit boven, aan de buitenkant, met mijn ogen en oren wijd open.
Voor mij zitten een paar juffrouwen op leeftijd, die 't zeer druk hebben.
‘Ja,’ zegt de zwaargebouwde tot de kleine magere, ‘en wat sê sij toen?’
‘Nee,’ schreeuwt deze om boven 't gebrom van de tram uit te komen, ‘toen sê sij niks.’
‘Ja,’ vervolgt de dikke juffrouw, ‘maar ik het haar tog al te lelik gesê, ik sê v'r haar, sij moet haar tog skaam om so aan te gaan, en ik sal tog.... ‘Sies, mastig’ en nog meer en minder onschuldige uitroepen weerklinken.
De tram houdt plotseling op, en allen maken een onwillekeurige buiging, en schokken achterwaarts als 't weer vooruit gaat.
Achter me zitten ook twee dames. De echtgenoot van de ene zit aan de andere kant van 't middenpad, en vraagt telkens, met de ogen knippend: ‘Are you comfortable, my dear?’ tot de juffrouw eindelik haar echtvriend toevoegt: ‘Are you mad - shut up, you fool’, en hij, naar mannenplicht antwoordt: ‘Yes, dear.’
Schuin achter me bepraten twee aangeschoten broeders politiek.
't Lichaam heen en weer schommelend bij iedere lichte trambeweging, beduiden ze elkander met onzekere gestikulaties, wat ze menen.