Marie en Georgine mochten er niet bij ontbreken. Zij hadden aan Mussche beloofd te zullen aanwezig zijn, en op zijn treurig aangezicht die blijde verheldering bespeurd, welke als een zonneblik tusschen de donkere wolken van een onweershemel doorbreekt.
Een hulde aan zijn brave moeder!
Het bleek echter, dat de morgentreinen zich niet gunstig daartoe schikten: de een was zeer vroeg, de ander wat te laat. Hierdoor ontstond verlegenheid voor de juffrouwen. En terwijl zij hierover kibbelend beraadslaagden, Marie van meening zijnde, dat het er op aankwam, wat eerder op te staan, Georgine wrevelig verklarend, dat ze in dit geval liefst niet ging, werd de vraag opgelost:
Gijelle, de tuinman van Florisonne kwam met de boodschap van zijn meesters, dat mijnheer en madame ook van plan waren naar den dienst te gaan, en er éen plaats voor de eene of andere der juffrouwen in de koets beschikbaar was. Om acht uur, 's anderdaags, zou men ze in 't voorbijrijden opladen.
Zoo was het goed.
Doch wie zou de uitverkorene wezen?
Met de vlugheid van haar verscherpt brein, kreeg Marie een duidelijk besef van den toestand: Luc Hancq kon bij de ter aardebestelling niet ontbreken. Zij zou hem ginder zien: een bijeenkomst met Georgine was dus thuis niet te duchten.
‘Doe de complimenten aan mijnheer den burgemeester en madame, dat ze wel bedankt zijn, en ik op het gesteld uur gereed zal staan,’ luidde de boodschap aan Gijelle.
Georgine maakte geen opwerpingen, wat Marie na