men het accent een beetje veranderen, naturellement.
Hij zag er zeer geaffecteerd uit.
Welhoe, was dat Servaas?
‘Ik heb uw portret ontvangen,’ zei Useken, die vergeten had, dat ze dit nooit aan den koster had gezegd, ‘ge gelijkt goed.’ Zij had het hoofd verloren.
‘Ha, ge hebt zijn portret,’ lachte deze, pot vol bloemen! hij heeft het aan mij niet gezonden, die deugniet!’
‘Vraiment pas?’ vroeg Servaas, zich houdende alsof hij het niet wist; ‘c'est possible après tout. Ik heb er zoo vele verzonden, dat ik niet meer weet aan wie,’ en tot Useken gekeerd: ‘figurez-vous, het was bij toeval, dat ik onlangs de hand op den omslag legde, waarin het sedert lang voor u stak, ik had het laten liggen, ma foi!
‘Ach, God!’ dacht het meisje.
‘En zijt gij tevreden in Brussel?’ vroeg ze verlegen, beschaamd en half onzinnig.
‘Très content, ik zou niet meer willen retourneeren, pas pour tout l'or du monde.
‘Ja maar, ge weet niet alles,’ zei Leander schalks en knipoogde, ‘hij heeft er een lief, hij heeft het mij gezegd, niet waar? Hij gaat trouwen.’
‘Een lief provisoire,’ lachte Servaas, ‘maar als ik trouw zal het met haar niet zijn, ik wil geene andere dan eene rijk weeuf (weduw); maar ze moet heel oud zijn om haar gauw kwijt te geraken.’
Useken keek wanhopig rond, waarheen zij vluchten kon.
‘O, ware hij maar weg!’ Een kwartier geleden was