opzettelijk voor deze plechtigheid ingericht. Daar krielde het reeds van menschen lang vóór het aankomen der vreemde genoodigden. Zelfs de dames waren toegelaten en in overgroot getal aanwezig.
Het kon half drie zijn, toen de afgevaardigden binnenstroomden en zich in de ruime zaal verdrongen. Hunne intrede duurde meer dan een uur en geleek aan eenen golvenden stroom: duizendtallen moesten buiten blijven bij gebrek aan plaats.
De Brabançonne werd gespeeld, en daarna het refrein van het Geuzenlied door meest al de aanwezigen aangeheven. De nieuwgekozen candidaat had onder oorverdoovend handgeklap met het Schepencollege, den Raad en vele uitstekende mannen van het land op de estrade plaats genomen. Monstertuilen werden hem door vreemde deputatiën aangeboden. Voorname redenaren namen beurtelings het woord en voerden de geestdrift ten top. De dames wuifden met den zakdoek; want in de dronkenheid dezer eerste zegepraal meende men in de eerstvolgende kiezingen den val van het ministerie te mogen begroeten, en voorspelde men met opgewondenheid de volledige verplettering der katholieke partij.