De pastoor van elke parochie trad nevens zijne mannen heen, welke allen dooreen litaniën lazen: ‘Heere, ontferm u onzer! - Christus, hoor ons! - Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons Heere! - Bid voor ons - bid voor ons!’ klonk het luid verward en als opstanddreigend lansheen de lijnen.
De jonge meisjes der congregatiën hieven lofzangen aan. Maagdekens in het wit, huiverend in den kouden najaarswind - 28 November - droegen palmtakken voor het naakte Christusbeeld, dat opnieuw geschilderd, met zijne bloedige wonden tentoongesteld, op eene berrie met een wit laken, verontwaardiging tegen de vijanden van den Zaligmaker opwekkend, door Xaverianen gedragen werd.
De pastoor van Crocke kwam, omringd van de heeren paters onmiddellijk er achter, gevolgd door het college van burgemeester en schepenen en de raadsleden. Daarna verschenen met den paternoster in de hand eenige kopstukken der katholieke partij van Gent en van de provincie, onder welke Pijpeling van Diependale; deze laatste stapte nevens Advocaat Gentil Talu.