even waren de saamgebonden gaanstok en het regenscherm van den overleden priester voor eenen spotprijs toegewezen. Thans was het de beurt der zilveren gespen, - andere kleedingstukken werden niet geveild. - De veldwachter hield ze omhoog:
‘Wie stelt in en hoeveel?’ Hij liet den arm van de eene zijde naar de andere gaan.’ Wie stelt in en hoeveel?’
Er was, een oogenblik van aarzeling.
- ‘Twee frank,’ riep de pastoor van Zompelgem met eene grove stem.
‘Twee frank en half,’ klonk het op schuchteren toon van op het hof.
- ‘Twee frank vijftig, twee frank vijftig,’ herhaalde de veldwachter immer de gespen met regelmatige beweging heen en weder, van de buiten- naar de binnenstanders wendend.
- ‘Twee frank vijf en zeventig,’ riep de pastoor van Zompelgem.
‘Drie frank!’ verhoogde schroomvallig de stem van buiten.
Doch Mijnheer Sandrie gevoelde ik weet niet wat, dat hem pijnlijk aandeed bij het vernemen