- ‘Neen,’ was het antwoord, ‘maar ik geloof, dat het eene vrouw is, die weinig spreekt. Gij weet, dien dag dat gij in dat slecht weder voor uwe expertise naar de Polders waart, zat zij juist voor mij in het concert. Braeckelandt sprak tegen haar en vroeg haar het een en ander, - ik hoorde haar enkel tot driemaal toe antwoorden: ‘Je l'ignore.’
‘Welhoe, en ge zegt mij dat niet!’ riep hij verrast en als het ware opgetogen, rechtspringend uit.
Zij staarde hem verwonderd aan.
‘Ja,’ hernam hij, ‘nu weet ik genoeg: eene Française is het niet, want eene Fransche vrouw “ignoreert” gewoonlijk niets. Zij is niet licht van haar stuk gebracht, en hoort in alle vakken tehuis. Maar eene vrouw, inzonderheid eene schoolbestuurster, die weinig spreekt, die bescheiden genoeg is in haar oordeel om tot driemaal toe hare onwetendheid te bekennen, en toch door verstandige mannen als Braeckelandt voor verstandig gehouden wordt, daar heb ik vertrouwen in!’
En kort daarop werden de kleine meisjes in de kostschool der nieuwe bestuurster opgenomen.