blaadjes naar omhoog. Zij zoekt de heur noodige bestanddeelen, waar ze te vinden zijn: zij neemt de warmte van de zon, de levenskracht van de lucht, de frischheid van den dauw en den regen, de vruchtbaarheid van den bodem, en verwerkt dit alles tot grillige vertakkingen, tot weelderig groen, tot oogverlokkende bloemen, tot sappige vruchten.
Zoo ook de geniale schrijver: hij ziet; hij hoort; hij zoekt; hij kiest; hij zift; hij bespiedt de natuur en het menschelijk hart; hij dringt door in de geheimen van het leven, van het gemoed, van den geest. Hij is verontwaardigd, opgewekt, bedroefd, verblijd, ontsteld; en al deze indrukken weet hij tot een geheel te versmelten, dat der waarheid in het algemeen getrouw blijft, maar geenszins de koude lichtteekening van wezenlijke karakters uitmaakt, of eene ware gebeurtenis voorstelt. De kleuren zijner schilderingen zijn onnaspeurlijk van alle kanten samengebracht en vermengd; zijne eigene ziel straalt erin door, en hij leent ons zijnen geest om te begrijpen, zijn hart om te voelen, zijne oogen om te zien.
Februari 1877.