veel te zeggen, sprak hij teleurgesteld; maar zij gaf voor, dat tante Monica haar lang uitblijven vreemd vinden zou, en het best was het plan tegenover deze vooralsnog geheim te houden. En, als het ware om den aanstaande nog een uitweg tot terugdeinzen aanteduiden, zei ze bloohartig:
‘Ge weet toch wel, niet waar, dat ik met ledige handen zal moeten aankomen?’
‘Ja, ja,’ antwoordde hij volijverig, ‘maar ik weet ook? dat gij een schoonen stuiver te wachten hebt, die ons niet kan ontkomen.’
Deze tijdelijke verzaking en berekende hebzucht, zoo oprecht als brutaal uitgedrukt, kwetsten Pia eenigszins.
Tot dusverre had zij alles lijdzaam laten schikken, als iets dat haar niet aanging. Nu dacht ze, dat ze toch haar woord nog niet gegeven had.