Gedichten(1870)–Rosalie Loveling, Virginie Loveling– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Het ontwaken. De zonne schijnt in 't open deurken, En de oude moeder wiegt het kind. Daarbuiten, in de groene boomen, Blaast zacht een lichte zomerwind. Zij legt haar naaiwerk op het venster, En ziet het slapend kindjen aan; Zijn vader en zijn moeder, beide, Zijn heen en over zee gegaan! Zij jaagt de vliegjes van zijn kussen; Het ademt zacht met open mond. De kiekens loopen door het huisjen, En pikken 't koornaar van den grond. Het doet zijn heldere oogjes open En steekt zijn armkens naar haar uit; Alsdan speelt de oude vrouw er tegen, En 't kindje lacht en schatert luid. Zij glimlacht met een traan in de oogen. - Zijt gij zoo zoet, mijn engeltje, ach, Indien uw vader dat eens hoorde, Indien uw moeder dat eens zag! Vorige Volgende