Gedichten(1870)–Rosalie Loveling, Virginie Loveling– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] De weduw. De buren wenschten ‘goeden avond.’ Zij spraken van het kind niet meer. - Ik heb mijn deurken toegegrendeld, En zij ligt ginds op 't kerkhof neer. Vanavond zal zij buiten slapen, Vanavond voor den eersten keer. - Ik heb mijn deurken toegegrendeld, De regen plast en 't waait zoo zeer; Het lampken brandt zoo dof en treurig; Het haardvuur flikkert weg en weer. - Ik heb mijn deurken toegegrendeld; - O waart gij daar nog als weleer! Vorige Volgende