Gedichten(1870)–Rosalie Loveling, Virginie Loveling– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] 's Morgens vroeg. Zij stak de vensterluiken open. Een winterdag, een grauwe mist. Daar komen rasse stappen nader: 't Zijn vier soldaten met een kist. Wie dragen zij zoo vroeg ten grave? Een vreemde knaap, een jong soldaat. De plaats is leâg en toe de huizen, En niemand die er achter gaat. Zoo ver van huis alleen gestorven In 't gasthuis van een vreemde stad, En onbeweend naar 't graf gedragen, Terwijl men ginds zoo lief hem had! Vorige Volgende