Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 161] [p. 161] Beetgenomen. Ik word wakker... Is hij er vandoor? Liet hij wel iets voor me achter? Nee: twee lege amfora's en vertrapte bloemen. En het tapijt is rood van wijn. Ik heb geslapen, maar ik ben nòg dronken... Met wie ben ik dan thuisgekomen? ... Toch zijn we met elkaar naar bed geweest. Het bed is zelfs doorweekt van zweet. Wie weet waren ze wel met meerdere; het bed ligt zo erg overhoop. Ik weet 't niet meer... Maar iemand heeft ze toch gezien! Daar is mijn Frygische. Ze slaapt nog steeds, dwars voor de deur. Ik schop haar in de borst en schreeuw: ‘Teef, kon je niet..’ Maar ik ben zo schor dat ik niet spreken kan. Vorige Volgende